Volgens een officieel persbericht hebben op 13 juli 2020 in de regio Voronezj agenten gewapend met aanvalsgeweren invallen gedaan in 110 huizen van broeders en zusters. Dit is het grootste aantal invallen dat sinds 2017 in één dag bij Jehovah’s Getuigen is gedaan. Twee broeders, Aleksandr Bokov en Dmitri Katyrov, werden geslagen en vernederd omdat ze weigerden de agenten de wachtwoorden van hun mobiele telefoons te geven.

De massale invallen werden uitgevoerd op bevel van de Leninski-rechtbank in Voronezj. De agenten deden een inval in ten minste zeven steden en dorpen in de regio. Een aantal broeders werd voor verhoor naar het plaatselijke bureau van het Onderzoekscomité gebracht.

De volgende dag, 14 juli 2020, beval de Leninski-rechtbank tien broeders in voorlopige hechtenis te houden tot 3 september 2020: De 44-jarige Aleksej Antjoechin, de 47-jarige Sergej Bajev, de 44-jarige Joeri Galka, de 56-jarige Valeri Goerski, de 41-jarige Vitali Neroesj, de 24-jarige Stepan Pankratov, de 54-jarige Igor Popov, de 44-jarige Jevgeni Sokolov, de 51-jarige Michail Veselov en de 51-jarige Anatoli Jagoepov.

Hoewel in het bovengenoemde persbericht wordt gesproken over 110 invallen, hebben we tot nu toe bevestiging van 100 Getuigengezinnen dat hun huizen en andere eigendommen zijn doorzocht. Dit aantal kan nog toenemen. Het is een uitdaging om contact op te nemen met alle betrokken broeders en zusters, omdat hun telefoons en computers tijdens de invallen in beslag zijn genomen.

Het vorige record voor het grootste aantal huiszoekingen op één dag was op 10 februari 2020, toen de autoriteiten invallen deden in 50 huizen van Getuigen in Transbaikal. Sinds de uitspraak van het Hooggerechtshof in 2017 zijn invallen gedaan in meer dan 1000 huizen van broeders en zusters.

In het licht van Bijbelse profetieën zijn we niet verbaasd over de vurige beproevingen die onze broeders en zusters in Rusland en andere landen meemaken. We blijven voor ze bidden, in de wetenschap dat Jehovah hun de heilige geest zal geven die ze nodig hebben om trouw te blijven (1 Petrus 4:12-14, 19).