Doorgaan naar inhoud

Een persconferentie in Moskou op 1 april 2021 om te herdenken dat Jehovah’s Getuigen 70 jaar geleden per trein naar Siberië werden gedeporteerd

5 APRIL 2021
RUSLAND

Persconferentie Moskou: 70 jaar sinds Operatie Noord

Deportatie van bijna 10.000 Getuigen naar Siberië

Persconferentie Moskou: 70 jaar sinds Operatie Noord

Op 1 april 2021 werd in Moskou een persconferentie gehouden om te herdenken wat 70 jaar geleden had plaatsgevonden: Operatie Noord, waarbij in 1951 bijna 10.000 Getuigen van Jehovah vanuit zes voormalige Sovjetrepublieken per trein naar Siberië werden gedeporteerd. Een panel van zes sprekers, onder wie geleerden en mensenrechtenspecialisten, hield toespraken en beantwoordde vragen van de media. Het panel sprak niet alleen over Operatie Noord maar legde ook een verband met de huidige vervolging in Rusland. De persconferentie werd live via internet uitgezonden.

De familie van Jaroslav Sivoelski, een vertegenwoordiger van de European Association of Jehovah’s Witnesses, werd ook gedeporteerd tijdens Operatie Noord. Hij sprak uitgebreid over het onmenselijke deportatieproces: ‘Door oude documenten te bestuderen, konden we bevestigen dat in totaal 9.793 Getuigen en hun gezinsleden werden gedeporteerd. Dat is inclusief degenen die tijdens de reis zijn overleden of geboren.’

Sergej Ivanenko, een Russische godsdienstgeleerde, besprak de rol van Sovjetpropaganda tegen Jehovah’s Getuigen tijdens Operatie Noord en de rol van propaganda tijdens de huidige vervolging in Rusland. Ivanenko maakte ook melding van de volharding van de Getuigen: ‘De zware vervolging van Jehovah’s Getuigen die sinds 2017 in Rusland plaatsvindt, is nutteloos. De Getuigen die Operatie Noord doorstonden en de Getuigen in deze tijd die vastbesloten zijn hun geloof te verdedigen, bewijzen dat. Het lijkt mij in het belang van de Russische overheid om het verbod in verband met Jehovah’s Getuigen en hun activiteiten op te heffen.’

Artoer Artemjev, een Kazachse godsdienstgeleerde en auteur van Jehovah’s Witnesses in Kazakhstan: A Social-Historical and Religious Analysis (in 2020 herzien), merkte op dat ook de zwaarste Sovjetmaatregelen de Getuigen niet tegenhielden of zelfs maar hun ijver lieten bekoelen. In zijn land nam het aantal Getuigen tijdens de Sovjetregering juist toe. Valeri Borsjtsjov, mensenrechtenspecialist bij de Moskou Helsinki Groep, zei verder: ‘De autoriteiten moeten beseffen dat vervolging Getuigen van Jehovah alleen maar sterker maakt.’

Valentin Gefter, lid van de deskundigenraad onder de mensenrechtencommissaris in Rusland, besprak het onderwerp ‘gewetensgevangenen in het moderne Rusland’. De Getuigen die in Rusland gevangenzitten zijn in feite geen politieke gevangenen maar gewetensgevangenen. Hij zei: ‘Jehovah’s Getuigen zijn niet tegen de overheid.’ Hij legde verder uit dat de geloofsovertuigingen van de Getuigen ze er eenvoudigweg toe aanzetten om politiek neutraal te zijn. Getuigen worden daarvoor onnodig en ten onrechte gevangengezet.

De laatste spreker was Aleksandr Verchovski. Hij is lid van de Presidentiële Raad voor de Mensenrechten en bestuurder van het SOVA-centrum voor Informatie en Analyse. Het SOVA-centrum registreert nauwgezet alle gevallen waarbij de extremismewet verkeerd wordt toegepast, waaronder gevallen in verband met Jehovah’s Getuigen. Hij gaf een analyse van de huidige vervolging in Rusland. ‘Zal deze campagne tegen de Getuigen afnemen? Dat is een goede vraag, en daar hebben we geen antwoord op.’ Verchovski is ervan overtuigd dat de Russische autoriteiten vroeg of laat zullen moeten stoppen met het vervolgen van Jehovah’s Getuigen. Hij noemde diverse manieren waarop wetgevers de anti-extremismewetgeving kunnen aanpassen, zodat die de overheid beter tegen daadwerkelijke extremistische activiteiten beschermt en tegelijkertijd niet de rechten van vreedzame gelovigen, zoals de Getuigen, schendt.

Journalisten mochten het panel vragen stellen over wat er was besproken.

Diezelfde dag werd er in Chisinau (Moldavië) een wetenschappelijke conferentie gehouden onder leiding van het Instituut voor Geschiedenis van de Academie van Wetenschappen van Moldavië, de Alecu Russo-universiteit in Bălți en de Bogdan Petriceicu Hasdeu-universiteit in Cahul. Op 9 april staat een conferentie in Oekraïne gepland.