Op maandag 4 oktober 2021 hebben gewapende Russische OMON a-agenten fysiek geweld gebruikt tegen Anatoli en Greta Razdobarov en Nikolaj en Lilia Merinov. De gruwelijke aanvallen vonden plaats tijdens invallen in 12 huizen van Jehovah’s Getuigen in de stad Irkoetsk. Tijdens de invallen werden een aantal andere broeders gearresteerd.

Om 6 uur ’s ochtends drongen agenten het huis van Anatoli en Greta binnen. Ze sleepten Greta aan haar haren een andere kamer in, handboeiden haar met haar handen op haar rug en sloegen haar meermalen.

Intussen werd Anatoli tegen de grond gewerkt, met zijn handen op zijn rug gehandboeid en tegen zijn hoofd en buik geschopt. Ook werd hij aan zijn gehandboeide handen omhoog getild. Anatoli kronkelde van de pijn terwijl zijn schouders onder zijn lichaamsgewicht ontwricht raakten. De agenten sloegen hem op zijn handen terwijl ze eisten dat hij een belastende verklaring over zichzelf aflegde en informatie over de broeders gaf. De agenten martelden hem nog verder door te proberen een glazen fles in zijn achterste te duwen. De inval bij familie Razdobarov duurde meer dan acht uur.

Bij de inval in het huis van Nikolaj en Lilia Merinov sloegen de agenten Nikolaj eerst in het gezicht met een zwaar, stomp voorwerp. Hij viel op de grond en verloor zijn bewustzijn. Toen hij weer bij bewustzijn kwam, merkte hij dat er een agent bovenop hem zat die hem aan het slaan was. De agent brak Nikolajs voortanden. Lilia werd aan haar haren uit bed gesleurd en gehandboeid. Daarna gebruikten de agenten herhaaldelijk fysiek geweld tegen haar. Pas na een tijdje mocht ze zich aankleden.

Zo’n schandelijk machtsmisbruik is strafbaar volgens het Russische Wetboek van Strafrecht. Daarnaast is de Russische Federatie gebonden aan verschillende internationale afspraken die mensen tegen marteling beschermen. De betrokken echtparen zullen alle beschikbare nationale en internationale rechtsmiddelen inzetten tegen deze misdaden.

In de twee dagen na de invallen werden zes broeders door een rechtbank in voorlopige hechtenis geplaatst: Jaroslav Kalin, Sergej Kostejev, Nikolaj Martynov, Michail Mojsj, Aleksej Solnetsjny en Andrej Tolmatsjov. Zo’n 300 broeders en zusters kwamen naar de rechtbank om hun geloofsgenoten vreedzaam te steunen tijdens dit onrecht.

Tegen al onze lieve broeders en zusters in Rusland zeggen we hetzelfde als wat Paulus onder inspiratie aan de Thessalonicenzen schreef: ‘We spreken vol trots over jullie in de gemeenten van God vanwege jullie volharding en geloof onder alle vervolging en onderdrukking die jullie meemaken’ (2 Thessalonicenzen 1:4).