20 MEI 2021
RUSLAND
Russische rechtbank veroordeelt Roestam Sejdkoeliëv tot tweeënhalf jaar gevangenis
Voor de derde keer vanwege zijn geloof gevangengezet
UPDATE | Russisch gerechtshof wijst hoger beroep Roestam Sejdkoeliëv af
Op 5 augustus 2021 heeft het gerechtshof van Saratov het beroep van broeder Roestam Sejdkoeliëv afgewezen, maar zijn gevangenisstraf is verminderd van 30 naar 28 maanden. Hij wordt binnenkort van het detentiecentrum waar hij sinds zijn veroordeling op 20 mei 2021 zit, naar de gevangenis overgebracht.
Op 20 mei 2021 heeft de rechtbank van Leninski (Saratov) broeder Roestam Sejdkoeliëv veroordeeld tot tweeënhalf jaar gevangenis. Hij werd na de uitspraak meteen in hechtenis genomen.
Profiel
Roestam Sejdkoeliëv
Geboren: 1977 (Asjchabad, Turkmenistan)
Achtergrond: Door zijn alleenstaande moeder opgevoed. Begon in 1993 de Bijbel te bestuderen met Jehovah’s Getuigen. Zijn moeder begon twee jaar later. Vóór zijn doop twee keer tot gevangenisstraf veroordeeld in Turkmenistan omdat hij op basis van zijn door de Bijbel gevormde geweten weigerde in het leger te gaan
De vervulde profetieën en het praktische advies in de Bijbel zetten hem ertoe aan zich in 1998 te laten dopen. Verhuisde in 2000 met zijn familie naar Rusland toen zijn stiefvader als een van Jehovah’s Getuigen werd uitgezet
Heeft als telefoontechnicus en als bouwvakker gewerkt. In 2001 ontmoette hij Joelia, met wie hij later trouwde. Ze houden van bowlen, picknicken en tafeltennissen. Sinds september 2019 zorgen ze voor Roestams ouders
Voorgeschiedenis
In maart 2019 kwam een agent van de Federale Veiligheidsdienst (FSB) naar het huis van Roestam en Joelia Sejdkoeliëv. Hij blokkeerde hun oprit met zijn auto, ondervroeg ze een voor een en gaf ze toen een dagvaarding om zich voor nader verhoor te melden bij het kantoor van de FSB.
Op 15 februari 2020 werden Roestam en Joelia in een winkelcentrum gearresteerd. Roestam werd vastgehouden. Vervolgens werd hij onder huisarrest geplaatst. De eerste twee maanden bracht hij door in een reclasseringscentrum en mocht hij zijn vrouw niet zien. Toen hij eenmaal naar zijn eigen huis werd overgeplaatst, mocht hij geen gebruik maken van internet of op een andere manier contact zoeken met personen buitenshuis. Zijn huisarrest werd zeven keer verlengd, waardoor het in totaal 217 dagen duurde.
Roestam had tijdens zijn huisarrest met meerdere uitdagingen te maken. Soms mocht hij alleen tussen 9 en 11 uur ’s ochtends een wandeling maken. Op andere momenten mocht hij niet eens naar buiten om in de tuin te werken of een daklekkage te repareren. Hij vertelt wat hem hielp positief te blijven: ‘Door het huisarrest had ik meer tijd om te bidden en te mediteren over geestelijke zaken. Ook bleef ik druk bezig en plande ik mijn dagen. Dat hielp me om niet gedeprimeerd of van slag te raken. Ik wist dat sommige geloofsgenoten in de gevangenis zaten en het veel zwaarder hadden dan ik.’
Roestam voelde zich ook gesterkt door zijn eerdere rechtszaken. Hij zegt over zijn tijd in de gevangenis in Turkmenistan: ‘Jehovah heeft me in het verleden al vaak gesteund, vooral toen ik in de gevangenis zat toen ik nog jong was. Die ervaring heeft me geholpen volledig op hem te vertrouwen en kalm te blijven.’
Roestam blijft doen wat hij kan in zijn dienst voor Jehovah. Hij zegt: ‘Sla onze bijeenkomsten niet over en verwaarloos je geestelijke routine niet. Laat ook niet toe dat afleidingen de beperkte tijd die we hebben voor velddienst en het sterken van onze geloofsgenoten opslokken. Ik ben vastbesloten Jehovah zo volledig mogelijk te blijven dienen, waar dan ook, want we hebben nog maar weinig tijd.’
We hebben er alle vertrouwen in dat Jehovah onze trouwe broeders en zusters in Rusland zal blijven toerusten ‘met al het goede om zijn wil te doen’ (Hebreeën 13:21).