Op vrijdagochtend 13 december 2019 is Vladimir Aloesjkin door de Leninski-rechtbank van Penza tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij werd onmiddellijk in de boeien geslagen en gevangengezet. Vijf anderen, onder wie zijn vrouw, Tatjana, waren partij in hetzelfde proces. De rechtbank legde alle vijf (drie broeders en twee zusters) een voorwaardelijk straf op met een proeftijd van twee jaar. Alle zes de broeders en zusters uit Penza gaan in beroep tegen hun veroordeling.

Zoals al eerder bericht, werd Vladimir Aloesjkin op 15 juli 2018 gearresteerd na een gewelddadige inval in zijn woning door zo’n tien gemaskerde politieagenten met automatische geweren. Bij een bijna vier uur durende huiszoeking namen ze telefoons, tablets, bijbels en Bijbelse lectuur in beslag. Op dezelfde dag doorzochten agenten vijf andere woningen van Getuigen en namen ongeveer 40 broeders en zusters voor verhoor mee naar politiebureaus.

Plaatselijke autoriteiten hielden broeder Aloesjkin twee dagen vast in een tijdelijk detentiecentrum voordat de Pervomajski-rechtbank van Penza opdracht gaf hem naar een detentiecentrum te brengen voor twee maanden voorarrest. Vervolgens werd dit voorarrest twee keer verlengd. Na zes maanden in het detentiecentrum kreeg hij huisarrest tot aan zijn veroordeling op 13 december.

Behalve broeder Aloesjkin werden nog drie van de vijf andere Getuigen aangeklaagd in dezelfde zaak: Vladimir Koeljasov, Andrej Magliv en Denis Timosjin. Ze werden onder huisarrest geplaatst voor de duur van het onderzoek en het proces. De twee anderen, zuster Tatjana Aloesjkina en zuster Galia Olchova, hadden sinds februari 2019 beperkingen opgelegd gekregen wat reizen en communicatie betreft.

In augustus 2019 publiceerde de VN-Werkgroep inzake Arbitraire Detentie (WGAD) een rapport van 12 pagina’s waarin Rusland werd gehekeld vanwege de arrestatie en detentie van broeder Aloesjkin. Hij had volgens de WGAD ‘niet gearresteerd en in voorarrest geplaatst mogen worden en er had geen rechtszaak tegen de heer Aloesjkin mogen plaatsvinden’. De WGAD zei dat ‘de passende aanpak zou zijn om de heer Aloesjkin onmiddellijk vrij te laten’. De advocaten die de zes broeders en zusters in Penza verdedigden, baseerden hun argumenten op het internationaal erkende WGAD-rapport. Maar toen de uitspraak van 13 december werd voorgelezen, zei de rechter dat de rechtbank van oordeel was dat de uitspraak van het Russische Hooggerechtshof van 2017 — die feitelijk de religieuze activiteiten van Jehovah’s Getuigen verbood — zwaarder woog dan het rapport van de WGAD.

Rusland heeft dit jaar 18 broeders en zusters veroordeeld, van wie er 9 gevangenisstraffen van verschillende duur hebben gekregen. Meer dan 40 broeders en zusters zitten in voorarrest en 19 hebben huisarrest gekregen. In heel Rusland worden bijna 300 broeders en zusters vanwege hun geloof strafrechtelijk vervolgd.

Hoewel het ons verdrietig maakt te horen over de vervolging van onze broeders en zusters, verbazen die moeilijkheden ons niet omdat ze werden voorspeld. Maar dat geldt ook voor de belofte van Jehovah’s liefdevolle steun. We bidden dat ‘de geest van glorie, de geest van God, op hen rust’ (1 Petrus 4:12-14).