17 MAART 2021
RUSLAND
Tatjana Zagoelina hangt veroordeling boven het hoofd in Birobidzjan
UPDATE | Russisch gerechtshof wijst hoger beroep af
Op 16 september 2021 heeft het gerechtshof van de Joodse Autonome Oblast het beroep van zuster Zagoelina afgewezen. Haar oorspronkelijke straf blijft van kracht. Ze hoeft op dit moment niet naar de gevangenis.
Op 31 maart 2021 heeft de rechtbank van Birobidzjan (Joodse Autonome Oblast) zuster Tatjana Zagoelina veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van tweeënhalf jaar.
Profiel
Tatjana Zagoelina
Geboren: 1984 (Selektsionnaja, kraj Transbaikal)
Achtergrond: Heeft modeontwerp gestudeerd. Heeft als manicure gewerkt en als naaister, waarbij ze voornamelijk trouwjurken verstelde. Houdt van volleyballen, tafeltennissen, dansen en breien
Heeft altijd bewondering gehad voor de natuur en geloofde dat het leven geschapen was. Daardoor ging ze uiteindelijk met Jehovah’s Getuigen de Bijbel bestuderen. In 2010 gedoopt. In 2012 met Dmitri getrouwd
Voorgeschiedenis
Op 17 mei 2018 vielen 150 agenten 22 woningen van Getuigen binnen. De operatie werd ‘Oordeelsdag’ genoemd. Sindsdien is de plaatselijke aanklager strafzaken begonnen tegen 22 broeders en zusters in de regio. Op 6 februari 2020 werden zes zusters, waaronder Tatjana, beschuldigd van ‘extremistische’ activiteiten.
De strafzaak tegen Tatjana begon op 17 september 2020. In afwachting van de uitspraak mag ze alleen binnen de regio reizen en zijn haar bankrekeningen geblokkeerd.
Bidden en een goede geestelijke routine helpen Tatjana om met de situatie om te gaan en om door te gaan met prediken en het verdedigen van haar geloof. Ze zegt: ‘Toen [de autoriteiten] kwamen, schrok ik van het luide gebons op de deur. Maar ik bad onmiddellijk en daarna voelde ik me kalmer.’
Tijdens de huiszoeking vertelde ze bijvoorbeeld aan een van de agenten dat haar geloof die dag sterker was geworden. Toen hij vroeg waarom, zei ze dat ze het gevoel had dat ze de woorden van Jezus in Johannes 15:20 vervulde, waar staat: ‘Denk aan wat ik tegen jullie heb gezegd: een slaaf staat niet boven zijn meester. Als ze mij hebben vervolgd, zullen ze ook jullie vervolgen.’ Ze gaat verder: ‘Een van de agenten zei toen: “Nou, als je zo praat, voel ik me als een van de personen die Jezus hebben gedood.” Op dat moment werd niet alleen mijn geloof sterker maar voelde ik me ook vredig en blij. Ik voelde dat Jehovah bij me was.’ Aan het begin van de rechtszaak voelde ze zich enigszins overweldigd. Maar ze bad om moed. En ze zegt: ‘Nu spreek ik met zekerheid.’
We zijn Jehovah dankbaar dat hij ‘het trouwe werk, de liefdevolle inzet en de volharding’ van onze lieve broeders en zusters in Rusland steunt en beloont (1 Thessalonicenzen 1:2, 3).