Op 7 oktober 2020 a wordt de uitspraak verwacht van de rechtbank van Majski (Republiek Kabardino-Balkarië, Rusland) in de zaak tegen broeder Joeri Zalipajev. Er wordt twee jaar gevangenis tegen hem geëist.

Joeri Zalipajev

• Geboren: 1962 (Samara)

• Achtergrond: Heeft als lasser en als vrachtwagenchauffeur gewerkt. Houdt van poëzie en wandelen.

• In 1983 getrouwd met Natalia, bij wie hij als kind in de klas zat. Tien jaar later begonnen ze samen de Bijbel te bestuderen. Ze hebben drie kinderen. Ze dienen allemaal Jehovah, net als enkele andere familieleden.

Op 20 augustus 2016 deden agenten een inval in een Koninkrijkszaal in Majski en legden daar enkele van onze publicaties neer die op de lijst van verboden ‘extremistische’ lectuur stonden. Hoewel de broeders met videobeelden konden aantonen dat de lectuur daar door de agenten was neergelegd, legde een rechtbank de plaatselijke religieuze organisatie toch een boete van 200.000 roebel op (ruim 2700 euro) voor de zogenaamde overtreding. Enkele maanden later werd op basis van dit incident een strafzaak begonnen tegen broeder Zalipajev.

De aanklager beweert dat broeder Zalipajev verboden lectuur verspreidde en andere Getuigen van Jehovah aanmoedigde tot geweld tegen leden van andere religies. Die beschuldigingen vallen onder ‘openlijke oproepen tot extremistische activiteiten’ (artikel 280 lid 1 van het Russische Wetboek van Strafrecht).

De rechtszaak begon op 21 juni 2020. Tijdens de rechtszaak is het meerdere keren voorgekomen dat de getuigen van de aanklager elkaar tegenspraken of de beschuldigingen die ze inbrachten zelf ondermijnden. In de loop van het proces werd bijvoorbeeld ontdekt dat enkele getuigen die beweerden dat ze broeder Zalipajev hadden horen aanzetten tot geweld, zelf niet eens aanwezig waren geweest op de bijeenkomsten waar hij dat gedaan zou hebben. Ook vertelden enkele getuigen van de aanklager dat de verboden lectuur die in de Koninkrijkszaal was gevonden, daar door de agenten was neergelegd.

In afwachting van de uitspraak van de rechter bidden we of broeder Zalipajev en zijn familie kracht mogen putten uit Davids woorden: ‘Jehovah is mijn kracht en mijn schild, op hem vertrouwt mijn hart. Hij heeft mij geholpen en mijn hart juicht’ (Psalm 28:7).