Op 10 februari 2023 heeft de rechtbank van Spassk (kraj Primorski) broeder Dmitri Malevany, zuster Olga Opaleva, zuster Olga Panjoeta en broeder Aleksej Trofimov schuldig bevonden. Broeder Malevany is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar, broeder Trofimov tot een gevangenisstraf van zesenhalf jaar en zuster Panjoeta tot een gevangenisstraf van vier jaar. Ze zijn na de uitspraak meteen in hechtenis genomen. Zuster Opaleva is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vierenhalf jaar. Ze hoeft op dit moment niet naar de gevangenis.

Dmitri Malevany

• Geboren: 1990 (Spassk-Dalni)

• Achtergrond: Geeft les in programmeren. Zijn vrouw, Oeljana, is kunstenaar. Dmitri begon als tiener met Jehovah’s Getuigen te studeren. Hij raakte ervan overtuigd dat de Bijbel betrouwbaar is en dat we een gelukkiger leven kunnen hebben als we ons aan Bijbelse normen houden. In 2004 gedoopt

Olga Opaleva

• Geboren: 1952 (Spassk-Dalni)

• Achtergrond: Geloofde als jongere in God maar interesseerde zich niet voor de Bijbel. Ontmoette Jehovah’s Getuigen kort na de dood van haar 22-jarige dochter. Was heel blij toen ze hoorde dat de Bijbel een opstanding belooft. Toen haar geloof groeide, begon ze haar hoop met anderen te delen. In 1995 gedoopt. Houdt van kleins af aan al van muziek en zang. Zingt vooral graag Koninkrijksliederen

Olga Panjoeta

• Geboren: 1959 (Nizjni Novgorod)

• Achtergrond: Werkte vóór haar pensioen als kleuterjuf en maatschappelijk werker. In 1982 getrouwd met Vladimir. Ze hebben drie volwassen kinderen: twee dochters en een zoon. Toen Olga met Jehovah’s Getuigen studeerde, had ze veel waardering voor de heldere leerstellingen van de Bijbel. In 1996 gedoopt

Aleksej Trofimov

• Geboren: 1959 (Mamakan, oblast Irkoetsk)

• Achtergrond: Ontmoette zijn vrouw, Tamara, toen hij in Vladivostok aan de hogeschool studeerde. Ze hebben vier kinderen en meerdere kleinkinderen. Heeft als slotenmaker gewerkt en recent als leidinggevende in een ketelhuis. Besloot begin jaren 90 om Jehovah te dienen, omdat hij had geleerd dat Gods Woord ons kan helpen een gelukkiger leven te leiden. In 1996 gedoopt

Op 25 november 2018 deden agenten een inval in de huizen van vier Getuigen in Spassk-Dalni, waarbij ze de woningen doorzochten. De agenten gebruikten een elektrische zaag om de deur van Olga Opaleva’s flat te forceren. Toen ze binnen waren, vroegen ze waarom Olga niet had opengedaan. Omdat ze niet in staat was om helder te antwoorden, lieten de agenten een ambulance komen. Ze bleek een hartaanval gehad te hebben. Later die dag namen agenten haar vanuit het ziekenhuis mee naar een verhoorcentrum. Door de hartaanval kan Olga haar linkerarm en linkerbeen niet volledig gebruiken. Haar zoon, broeder Vitali Ilinych, die voor haar zorgt, is aangeklaagd in een andere rechtszaak.

Alle vier werden twee dagen vastgehouden in een tijdelijk detentiecentrum. Op 27 november 2018 werden ze onder huisarrest geplaatst. Ruim een jaar later werden de opgelegde beperkingen verlicht.

Ze worden beschuldigd van het organiseren van en deelnemen aan een zogenaamd extremistische organisatie.

Vrienden en familie, onder wie niet-Getuigen, hebben gezegd dat ze niet begrijpen waarom zulke vreedzame burgers vanwege hun geloof worden gestraft. Dmitri wordt zelfs gesteund door zijn collega’s, die zijn geloofsovertuiging niet delen. Ze moedigen hem aan om vol te houden.

Dmitri is ervan overtuigd dat zijn vreugde ondanks vervolging een bewijs is dat Jehovah met hem is. Hij zegt: ‘Net zoals de staf van Mozes als teken diende dat Jehovah met hem was, is mijn vreugde een teken dat Jehovah me steunt.’ Hij zegt ook dat zijn vreugde ‘een krachtig getuigenis zal zijn voor iedereen die bij de rechtbank of de recherche werkt’.

Olga Opaleva vertelt: ‘Als ik zie hoe ik het volhoud, besef ik dat Jehovah me overal bij helpt. Ik ben voor alles op Jehovah gaan vertrouwen, zelfs voor de kleinste dingen, en ik probeer alles op zijn schouders te leggen.’

Aleksej vertelt wat hem tijdens het voorarrest en het huisarrest geholpen heeft: ‘[Jehovah] heeft me geholpen sterk te zijn. Ik merkte dat toen ze me in het tijdelijke detentiecentrum opsloten. Ik vroeg Jehovah om moed, en toen voelde ik meteen dat mijn handen en benen niet meer trilden en dat mijn stem niet meer bibberde. Ik stelde me in op het leven onder deze nieuwe omstandigheden.’

‘Jehovah’s reputatie is erbij betrokken’, zegt Olga Panjoeta. ‘Daarom moeten we hem vertrouwen, hem met hart en ziel dienen terwijl we zijn wil doen, en onze band met hem versterken.’

Terwijl onze lieve broeders en zusters op de uitspraak wachten, bidden we of ze volledig op Jehovah, hun ‘Rots’, mogen blijven vertrouwen voor de kracht om te volharden (Deuteronomium 32:4).