Op 15 april 2022 veroordeelde de rechtbank van Oessoeriejski (kraj Primorski) Vitali tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar.

Vitali Ilinych

• Geboren: 1974 (Oessoeriejsk, kraj Primorski)

• Achtergrond: Is afgestudeerd aan een politieacademie en heeft op de afdeling interne zaken gewerkt. Vroeg zich altijd af waarom mensen sterven en wat er na de dood gebeurt. Begon midden jaren 90 met Jehovah’s Getuigen de Bijbel te bestuderen. In 1999 gedoopt. Werkt momenteel als straatveger. In 2006 met Irina getrouwd

In februari 2019 werd het huis van Vitali Ilinych doorzocht als onderdeel van een strafzaak tegen geloofsgenoten in de stad Spassk-Dalni. Op 18 september 2019 startten de Russische autoriteiten een onderzoek naar Vitali. Op 23 oktober 2019 werd zijn huis weer doorzocht, maar nu werd hij gearresteerd en in een detentiecentrum geplaatst, waar hij twee dagen moest blijven. Tijdens zijn gevangenschap bad Vitali tot Jehovah. Hij zegt: ‘Als ik bad, maakte mijn gevoel van onzekerheid plaats voor een kalm en vredig gevoel.’

Na zijn vrijlating kreeg hij reisbeperkingen opgelegd. Tegen zijn moeder, zuster Olga Opaleva, loopt ook een rechtszaak.

Vitali heeft veel van zijn ervaringen geleerd. Hij zegt: ‘Vroeger wist ik wel dat Jehovah niet toelaat dat je wordt beproefd boven wat je aankunt, maar nu ervaar ik het persoonlijk. Hoe zwaarder het leven wordt, hoe hechter je band met Jehovah wordt. Jehovah is de Pottenbakker, en als hij wat vuur in mijn leven toelaat, betekent dit dat hij ook de controle heeft over het hele proces. Als ik het gevoel krijg dat de last te zwaar wordt, is het tijd om Jehovah te smeken om de “kracht die wat normaal is te boven gaat”’ (2 Korinthiërs 4:7).

Vitali is van nature verlegen, maar hij is moediger geworden door over 1 Petrus 5:9 na te denken. Ook is hij aangemoedigd door het voorbeeld van de vele broeders en zusters in Rusland die moedig vervolging doorstaan. Vitali zegt resoluut: ‘Welke uitspraak Jehovah in mijn zaak ook toelaat, (...) het is een eer om in deze laatste dagen een getuigenis te mogen geven aan de autoriteiten.’

Net als Vitali worden we aangemoedigd door de talloze voorbeelden van geloof en moed onder Jehovah’s aanbidders. En we blijven Jehovah bedanken dat hij ons toerust ‘met al het goede om zijn wil te doen’ (Hebreeën 13:20, 21).