Doorgaan naar inhoud

Deze tien broeders en zusters werden volgens VN-mensenrechtenexperts samen met acht andere Getuigen in Rusland illegaal gearresteerd en vastgezet: Andrej Magliv, Igor Egozarjan, Roeslan Koroljov, Vladimir Koeljasov en Valeri Rogozin (bovenste rij, van links naar rechts); Valeri Sjaljov, Tatjana Sjamsjeva, Olga Silajeva, Aleksandr Solovjov en Denis Timosjin (onderste rij, van links naar rechts)

18 MEI 2020
RUSLAND

VN-deskundigen: Gevangenzetting 18 Getuigen door Rusland is schending internationaal recht

VN-deskundigen: Gevangenzetting 18 Getuigen door Rusland is schending internationaal recht

De VN-Werkgroep inzake Arbitraire Detentie, een werkgroep van mensenrechtenexperts, heeft een opinie van 15 bladzijden gepubliceerd waarin staat dat Rusland het internationaal recht heeft geschonden door tussen mei 2018 en juli 2019 18 Getuigen van Jehovah in verschillende steden te arresteren en gevangen te zetten. De Werkgroep eist de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de Getuigen die nog gevangenzitten.

Een voorlopig exemplaar van de opinie werd op 15 mei 2020 gepubliceerd. De definitieve versie zal binnenkort op de website van de VN verschijnen.

Dit is de derde keer in het afgelopen jaar dat de Werkgroep zo’n conclusie heeft getrokken ten gunste van onze geloofsgenoten. In deze opinie veroordeelt de Werkgroep veel aspecten van de openlijke slechte behandeling van onze broeders en zusters door Rusland.

Over het gebruik van ‘extreem geweld’ bij de arrestatie van de Getuigen concludeert de Werkgroep dat daar ‘voor de politie geen enkele aanleiding toe was’. Ook wordt benadrukt dat ‘niemand van [de Getuigen] gearresteerd en in voorarrest geplaatst had mogen worden en dat niemand van hen berecht had mogen worden of nog berecht zou moeten worden’.

De deskundigen weerleggen categorisch de beschuldiging van zogenaamde extremistische activiteiten. Ze leggen uit dat de broeders en zusters alleen maar ‘hun recht op godsdienstvrijheid vreedzaam hebben uitgeoefend’.

In de opinie hekelen de deskundigen ook de methoden die zijn gebruikt om onze broeders en zusters in de rechtszaal te verhoren. Twee van de zusters bijvoorbeeld moesten in de rechtszaal in een kooi zitten tijdens de hoorzittingen over de verlenging van hun voorarrest. Volgens het internationaal recht heeft iedereen, zo zegt de Werkgroep, het recht om ‘onschuldig gehouden te worden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan’. Om die reden hadden onze zusters ‘tijdens hoorzittingen niet geboeid of in een kooi gezet mogen worden of niet als gevaarlijke criminelen mogen worden voorgeleid’.

De Werkgroep eist dat Rusland het strafblad van alle 18 Getuigen wist en ze een schadevergoeding geeft in overeenstemming met het internationaal recht. Verder wordt het land opgeroepen om ‘een volledig en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de omstandigheden rond de willekeurige vrijheidsberoving’ en ‘gepaste maatregelen te nemen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de schending van de rechten van [de Getuigen]’.

In de opinie wordt opgemerkt dat de 18 Getuigen ‘slechts enkelen zijn van het toenemende aantal Getuigen van Jehovah in Rusland die zijn gearresteerd, vastgezet en beschuldigd van criminele activiteiten, alleen maar vanwege het uitoefenen van hun godsdienstvrijheid’, een recht dat wordt beschermd door een internationaal verdrag waarbij Rusland partij is. Dus hoewel de huidige opinie focust op de 18 genoemde broeders en zusters, maakte de Werkgroep duidelijk dat de bevindingen ‘van toepassing zijn op alle anderen in soortgelijke omstandigheden’.

De oproep van de Werkgroep tot actie garandeert niet dat onze broeders en zusters in Rusland vrijgelaten zullen worden, maar er is hoop dat de situatie misschien zal verbeteren. We wachten de reactie van Rusland af. Ondertussen weten we dat onze lieve Vader, Jehovah, onze broeders en zusters in Rusland die moedig vervolging verduren, vreugde en vrede zal blijven geven omdat ze op hem vertrouwen (Romeinen 15:13).