Doorgaan naar inhoud

31 MEI 2018
RUSLAND

Nog een Getuige in Rusland voor de rechter op beschuldiging van extremisme

Nog een Getuige in Rusland voor de rechter op beschuldiging van extremisme

Er loopt al meer dan een jaar een aanklacht wegens extremistische activiteiten tegen Arkadja Akopjan, een 70-jarige gepensioneerde kleermaker die een Getuige van Jehovah is. Als hij wordt veroordeeld, kan hij een zware boete of een gevangenisstraf van maximaal vier jaar krijgen.

Volgens de aanklager is Akopjan schuldig aan ‘aanzetten tot religieuze haat’ vanwege een religieuze toespraak die hij in de plaatselijke Koninkrijkszaal hield waar hij al jaren de bijeenkomsten bezoekt. De aanklager leunde tijdens de rechtszaak voornamelijk op het valse getuigenis van zes personen die geen Getuigen van Jehovah zijn. Ze beweren dat Akopjan tijdens zijn toespraak lasterlijke uitspraken heeft gedaan en dat hij hun ‘extremistische’ lectuur heeft gegeven om aan anderen te distribueren.

Akopjan en anderen die hem kennen ontkennen beide beschuldigingen. Zijn advocaat heeft aan de rechtbank bewijzen overlegd dat de zes personen die Akopjan beschuldigd hebben, helemaal niet in de buurt van het gebouw waren waar hij volgens hen de betreffende uitspraken heeft gedaan. Bovendien geven de Getuigen niet willekeurig religieuze lectuur aan niet-Getuigen om die te distribueren. Akopjans vrouw, Sonja, die geen Getuige van Jehovah is, heeft tijdens het kruisverhoor verklaard dat ze al 40 jaar gelukkig getrouwd is en dat haar man haar en hun familieleden nooit heeft gedwongen om Getuigen van Jehovah te worden.

Rechter Oleg Golovasjko heeft opdracht gegeven tot een deskundigenonderzoek naar de uitspraken die Akopjan tijdens zijn toespraak gedaan heeft, om vast te stellen of hij heeft ‘aangezet tot religieuze haat’. Tijdens de recentste hoorzitting op 15 mei 2018 zei de rechter dat het deskundigenonderzoek in september 2018 moet zijn afgerond, maar dat hij de zaak ondertussen zou voortzetten. De volgende zitting staat gepland op 5 juni en dan zal Akopjan aan een kruisverhoor worden onderworpen. Hoewel hij niet in voorarrest zit, zijn hem sinds het begin van zijn rechtszaak in mei 2017 voor de rechtbank van Prochladny reisbeperkingen opgelegd.

Gregory Allen, algemeen raadsman van Jehovah’s Getuigen, zei: ‘Akopjan is een van de vele slachtoffers van de grove en onjuiste manier waarop Rusland de anti-extremismewet toepast op Jehovah’s Getuigen. Hij is een onschuldige, wetgetrouwe burger die alleen maar op een vreedzame manier zijn God wil aanbidden. Dat de regering Jehovah’s Getuigen onterecht tot een doelwit maakt, vormt een bedreiging voor elke Getuige en tast de veelzijdige maatschappelijke structuur van het land aan.’

Akopjan is de tweede Getuige in Rusland die ten onrechte vervolgd wordt wegens ‘extremistische activiteiten’. De strafzaak tegen Dennis Christensen, een Getuige in Orjol, begon in februari 2018. Hij zit al een jaar in voorarrest, en als hij wordt veroordeeld hangt hem een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar boven het hoofd. * Verspreid over Rusland zitten nog eens zeven Getuigen in voorarrest, maar die zijn niet formeel in staat van beschuldiging gesteld.

^ ¶7 Beide mannen zijn aangeklaagd op grond van verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Akopjan is op grond van artikel 282(1) beschuldigd van aanzetten tot religieuze haat. Dennis Christensen is ervan beschuldigd dat hij artikel 282.2(1) van het Wetboek van Strafrecht heeft overtreden omdat hij activiteiten zou hebben georganiseerd van een religieuze organisatie die extremistisch is verklaard. Op deze overtreding staat een zwaardere straf.