Doorgaan naar inhoud

De rechtbank van Leningrad, waar de beroepszitting plaatsvond

27 DECEMBER 2017
RUSLAND

Beroep afgewezen tegen vonnis dat Bijbel ‘extremistisch’ verklaart

Beroep afgewezen tegen vonnis dat Bijbel ‘extremistisch’ verklaart

Een rechtbank heeft in hoger beroep een eerdere rechterlijke uitspraak waarin de Russische Nieuwewereldvertaling van de Bijbel als ‘extremistisch’ wordt aangemerkt, bekrachtigd. De uitspraak is nu van kracht en bevestigt dat deze Bijbel verboden is en op korte termijn zal worden toegevoegd aan de Federale Lijst van Extremistisch Materiaal. Het verspreiden van de Nieuwewereldvertaling aan anderen is nu strafbaar. Zelfs het bezitten van een exemplaar kan leiden tot een zware boete of erger.

Rechtbank negeert gebrek aan bewijs van verklaringen ‘deskundigen’

Op 20 december 2017 liet de regionale rechtbank van Leningrad de beslissing van de stadsrechtbank van Vyborg onveranderd, ondanks het feit dat de aanklager en de door de rechtbank aangewezen ‘deskundigen’ niet konden aangeven op welke grondslag de Nieuwewereldvertaling ‘extremistisch’ verklaard zou moeten worden. De rechterlijke uitspraken berusten op één enkel ‘deskundigen’-onderzoek dat deze moderne Russische vertaling van de Bijbel bekritiseerde.

De meervoudige kamer van de regionale rechtbank erkende dat er tegenstrijdigheden waren in het onderzoek naar de Nieuwewereldvertaling en riep de ‘deskundigen’ die het onderzoek hadden gedaan op voor ondervraging. Toen de voorzitter van de rechtbank, Larisa Gorbatova, het hoofd van het onderzoeksteam, mevrouw Krjoekova, vroeg of de Nieuwewereldvertaling een Bijbel is, antwoordde deze dat dit niet het geval is, ‘in de traditionele betekenis van orthodox christendom’. Op de vraag van een van de advocaten van de verdediging of Krjoekova slechts één citaat kon noemen waarin de weergave van een vers tekenen van extremisme vertoonde, had ze geen antwoord. Later vroeg rechter Gorbatova aan Krjoekova wat deze vertaling extremistisch maakt, maar ze weigerde te antwoorden en zei dat het ‘een juridische kwestie’ was.

Toen een van de advocaten van de verdediging vroeg aan de hand van welke criteria er werd beoordeeld of de Nieuwewereldvertaling een Bijbel is, antwoordde Krjoekova dat de vertaling voorzien moet zijn van ‘de zegen van de patriarch’ of woordelijk overeen moet komen met een vertaling die deze zegen heeft. Vervolgens werd Krjoekova gevraagd waarom het onderzoek concludeerde dat de Nieuwewereldvertaling ‘geen adequate vertaling’ was. Toen zij en de andere ‘deskundigen’ hiervoor geen objectieve criteria konden noemen, beëindigde de rechtbank de ondervraging van de ‘deskundigen’.

De advocaten van de Getuigen verzochten de rechtbank vervolgens bewijs te accepteren dat de partijdigheid van de ‘deskundigen’ aan het licht bracht, waaronder het feit dat er grote hoeveelheden materiaal van Wikipedia en van een student aan een orthodox seminarie in het onderzoek waren opgenomen. Dat verzoek werd door de rechters ingewilligd, maar alle verzoekschriften om echte deskundigen de Nieuwewereldvertaling te laten onderzoeken en de zaak daarna opnieuw ter terechtzitting te behandelen werden afgewezen.

Wat is het doel van deze aanval op de Bijbel?

Tijdens de slotpleidooien vroeg een advocaat van de Getuigen aan de rechtbank: ‘Welk gerechtvaardigd doel wordt er nagestreefd door het Openbaar Ministerie? Wat probeert het te bereiken? Dat honderdduizenden Russischsprekende burgers die deze Bijbel lezen, die verbranden? Of dat ze strafrechtelijk worden vervolgd als ze die niet willen verbranden?’

Veel Getuigen van Jehovah in Rusland zijn bezorgd over de buitenproportionele reactie van de autoriteiten om de eerdere beslissingen die de lectuur van Getuigen ‘extremistisch’ verklaarden te handhaven. Hoewel de Russische anti-extremismewetgeving het verspreiden of opslaan van lectuur verbiedt, zijn Russische handhavingsautoriteiten ver buiten de grenzen van deze wet gegaan. Ze hebben de huizen van Getuigen doorzocht en zijn bestuursrechtelijke procedures gestart enkel voor het bezitten van een paar publicaties voor persoonlijk gebruik. In een wanhopige poging om bewijs te fabriceren, hebben de autoriteiten bovendien een paar exemplaren van de verboden lectuur in de plaatsen van aanbidding van de Getuigen neergelegd. Vervolgens gebruikten ze hun ‘ontdekking’ van de lectuur als grond om de rechtspersonen van de Getuigen te ontbinden en zelfs om strafrechtelijke vervolging tegen de Getuigen in te stellen.

Zullen de Getuigen aan nog meer agressieve huiszoekingen worden onderworpen? Zullen ze bestuursrechtelijk of strafrechtelijk worden vervolgd alleen omdat ze een eigen exemplaar van de Nieuwewereldvertaling bezitten? Het zal moeten blijken op welke manier de Russische autoriteiten deze beslissing als een nieuw wapen zullen gebruiken om de godsdienstvrijheid van de Getuigen te onderdrukken.