NEW YORK — Op woensdag 19 april 2017 waren zo’n 300 personen gekomen (sommigen al om 2.00 uur ’s morgens) voor de vijfde dag van de hoorzittingen voor het Hooggerechtshof van de Russische Federatie over het verzoek van het ministerie van Justitie om het bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen op te heffen. Het Hof beoordeelde 43 banden met documenten die waren ingediend als processtukken en die een overzicht vormen van de agressieve acties die de Russische overheid de afgelopen tien jaar tegen de Getuigen heeft ondernomen.

Tijdens de zitting konden de advocaten van het ministerie van Justitie geen concrete juridische basis noemen waarom ze het bestuurscentrum wilden opheffen, en ze konden ook geen extremistische activiteiten benoemen van het bestuurscentrum zelf of van een van de Plaatselijke Religieuze Organisaties (PRO’s) van Jehovah’s Getuigen in Rusland. Joeri Toporov, een van de advocaten van het bestuurscentrum, vermeldde tegenover het Hof dat de processtukken onderscheidingen en bedankbrieven bevatten die het bestuurscentrum van de overheid had gekregen, wat aantoont dat de overheid voorheen erkende dat het bestuurscentrum jarenlang een positieve bijdrage aan de maatschappij heeft geleverd. Er werd ook opgemerkt dat de PRO’s op een vergelijkbare manier een positieve bijdrage aan hun gemeenschap leveren. Bovendien is in meerdere banden met processtukken gedocumenteerd dat het ministerie van Justitie sinds 2008 PRO’s van de Getuigen in Rusland heeft geïnspecteerd maar geen enkele extremistische activiteit bij de PRO’s heeft geconstateerd, een punt dat door de advocaten van het ministerie werd erkend.

Naar verwachting zal het Hof de zitting hervatten op 20 april 2017, om 14.00 uur.

Persvoorlichters:

Internationaal: David A. Semonian, Office of Public Information, tel. +1 845 524 3000

Rusland: Jaroslav Sivoelski, tel. +7 911 087 8009