Het Russische ministerie van Justitie heeft bij het Hooggerechtshof een gerechtelijke procedure gestart om ‘de religieuze organisatie, het bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen, extremistisch te verklaren, haar activiteiten te verbieden en haar te ontbinden’. Op 15 maart 2017 plaatste het Hooggerechtshof op zijn officiële website het bericht dat de procedure door het ministerie in gang was gezet. Het bestuurscentrum werd er later over ingelicht dat het Hooggerechtshof het verzoek tot ontbinding in overweging zal nemen en een zitting heeft gepland voor 5 april 2017, om 10.00 uur.

Als het Hooggerechtshof de eis van het ministerie inwilligt, heeft dat ernstige gevolgen voor de Getuigen van Jehovah in Rusland. Het zou betekenen dat de Getuigen eigendommen kunnen kwijtraken die ze gebruiken voor hun religieuze bijeenkomsten, dat bijna 400 rechtspersonen ontbonden kunnen worden en dat de ruim 170.000 Getuigen strafrechtelijk vervolgd kunnen worden als ze bijeenkomsten bezoeken of met anderen de Bijbel lezen of over hun geloof praten.

Vasili Kalin, vertegenwoordiger van het Russische bestuurscentrum, zei: ‘De diepste wens van alle Getuigen van Jehovah in Rusland is gewoon onze God in vrede te kunnen aanbidden. De Russische overheid schendt al meer dan 100 jaar deze vrijheid, die door hun eigen wet wordt gewaarborgd. Ik was nog heel jong toen Stalin mijn familie naar Siberië verbande alleen maar omdat we Jehovah’s Getuigen waren. Het is triest en beschamend dat mijn kinderen en kleinkinderen misschien een vergelijkbaar lot te wachten staat. Ik had nooit verwacht dat ik in het moderne Rusland opnieuw te maken zou krijgen met de dreiging van religieuze vervolging.’