Op 7 december 2017 heeft de rechtbank van Sestroretsk de aanklager in het gelijk gesteld en een lang bestaand contract over de gebouwen die gebruikt worden door het bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen in Rusland nietig verklaard. Als bij het beroep wordt vastgehouden aan deze uitspraak, geeft dit een legaal tintje aan de inbeslagname van de gebouwen in Solnetsjnoje (bij Sint-Petersburg) door de Russische overheid.

Zeventien jaar geleden is het eigendomsrecht op de gebouwen door middel van een wettelijk contract overgedragen aan de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (WTPA), een Amerikaanse rechtspersoon. De geldigheid van dit contract is door de Russische overheid nooit in twijfel getrokken. De WTPA heeft de gebouwen ter beschikking gesteld aan het bestuurscentrum voor het aansturen van de religieuze activiteiten van Jehovah’s Getuigen in Rusland en heeft de belastingen over de gebouwen betaald.

Na de uitspraak van 20 april 2017 van het Hooggerechtshof dat alle rechtspersonen van de Getuigen ontbonden moesten worden, hun activiteiten verboden moesten worden en hun eigendommen in beslag genomen moesten worden, beweerde de aanklager dat het 17 jaar oude contract ongeldig was. Maar de periode waarin de transactie aangevochten had kunnen worden is al jaren geleden verlopen. Na een vier uur durende zitting waarin de Getuigen overtuigende bewijzen aanvoerden dat de overdracht legaal was en erkend moest worden, maakte rechter Bogdanova bekend dat de rechtbank het verzoek van de aanklager inwilligde.

De Getuigen hebben 30 dagen om in beroep te gaan.