Doorgaan naar inhoud

24 JULI 2017
RUSLAND

Rechtbank Orjol verlengt hechtenis Dennis Christensen

Rechtbank Orjol verlengt hechtenis Dennis Christensen

Op 20 juli 2017 heeft de rechtbank van Orjol de voorlopige hechtenis van Dennis Christensen verlengd tot 23 november 2017. Christensen, een Deens burger en een Getuige van Jehovah, werd op 25 mei gearresteerd toen mensen van de Federale Veiligheidsdienst samen met gemaskerde en gewapende politieagenten een vreedzame religieuze bijeenkomst in Orjol binnenvielen waarbij hij aanwezig was.

Zijn advocaten hebben een verzoek ingediend om hem op borgtocht vrij te krijgen en hadden regelingen getroffen om de kosten te dekken. Maar de rechtbank weigerde dat verzoek in te willigen, ook al heeft hij geen strafblad en staat hij niet als gewelddadig bekend.

Christensens verlengde hechtenis komt pal na de uitspraak van 17 juli van de beroepsinstantie van het Russische Hooggerechtshof, dat het eerdere vonnis bekrachtigde om alle rechtspersonen van de Getuigen op te heffen en hun activiteiten in het hele land te verbieden. Na een campagne van meer dan tien jaar om de Getuigen te vervolgen en als ‘extremisten’ neer te zetten, is het de Russische overheid nu gelukt een constructie met een juridisch tintje te fabriceren om de religieuze activiteiten van de Getuigen te criminaliseren.

Kate M. Byrnes, zaakgelastigde a.i. voor de Amerikaanse missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, zei over de situatie van de Getuigen in Rusland: ‘We zijn verontrust over de uitspraak van het Hooggerechtshof van 17 juli waarmee het verbod op de activiteiten van Jehovah’s Getuigen en de opheffing van het bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen en de 395 Plaatselijke Religieuze Organisaties vanwege vermeende “extremistische activiteiten” wordt gehandhaafd. Het is verschrikkelijk dat de ruim 175.000 Getuigen van Jehovah in Rusland nu strafrechtelijk vervolgd kunnen worden alleen maar omdat ze hun godsdienst uitoefenen. Het is zorgwekkend dat wetgeving over “extremisme” in toenemende mate onterecht wordt gebruikt tegen leden van vreedzame religieuze minderheden in Rusland.’