Zeven maanden nadat het hooggerechtshof van de Russische Federatie www.pr418.com extremistisch heeft verklaard, hebben Russische autoriteiten de officiële website van Jehovah’s Getuigen verboden. Het verbod ging in op 21 juli 2015, toen het Ministerie van Justitie van de Russische Federatie jw.org op de Federale Lijst van Extremistisch materiaal plaatste. Internetproviders in het hele land hebben de toegang tot de site geblokkeerd, en het is nu een misdrijf om de site te promoten. Rusland is het enige land ter wereld dat de site heeft verboden.

Jehovah’s Getuigen in Rusland waren niet op de hoogte van de juridische stappen die de autoriteiten van Tver in 2013 in het geheim tegen de website hadden genomen. De openbare aanklager van Tver had een klacht ingediend bij de rechtbank van Tsentralnij. Hij eiste een verbod op jw.org omdat er een aantal publicaties op stonden die al eerder door Russische rechtbanken als extremistisch waren bestempeld. * Op 7 augustus 2013 willigde de rechtbank de eis van de aanklager in zonder Jehovah’s Getuigen daarvan op de hoogte te stellen en ze bestempelde jw.org als extremistisch.

Toen de Getuigen een maand later via de plaatselijke media van het besluit hoorden, gingen ze in beroep en haalden ze vrijwillig de betreffende Russische publicaties van de site af. Op 22 januari 2014 heeft de rechtbank van Tver de eerdere beslissing nietig verklaard en bepaald dat er geen wettelijke basis was om jw.org te verbieden en dat de eigenaar van de site uitgenodigd had moeten worden voor de rechtszaak.

S.G. Kekhlerov, plaatsvervangend procureur-generaal, was niet tevreden met die uitspraak en ging in beroep bij het hooggerechtshof van de Russische Federatie. De Getuigen waren niet duidelijk op de hoogte gebracht van de rechtszitting. Toch nam het hooggerechtshof op 2 december 2014 de cassatie van de aanklager in behandeling, in afwezigheid van de verdediging.

Het hooggerechtshof bevestigde dat de Getuigen de publicaties kort na de rechtszitting van augustus 2013 hadden verwijderd maar beweerde ongegrond dat die publicaties weer op de site zouden kunnen verschijnen. Het hooggerechtshof bepaalde daarom dat de voorgaande uitspraak nietig verklaard moest worden en bevestigde de eerdere uitspraak dat jw.org extremistisch was. * Jehovah’s Getuigen vochten de uitspraak aan door bij het hooggerechtshof in beroep te gaan, maar het hof wees het beroep af. Ook zijn ze in beroep gegaan bij de voorzitter van het hooggerechtshof, die op 8 juli 2015 hun beroep verwierp.

Jehovah’s Getuigen stellen dat de uitspraak van het hooggerechtshof willekeurig en ongegrond is omdat er sinds de herfst van 2013 geen Russische publicaties op jw.org hebben gestaan die verboden zijn verklaard. Naar aanleiding van deze uitspraak hebben Russische autoriteiten internetproviders de opdracht gegeven jw.org in Rusland te blokkeren. Het gevolg is dat de Bijbel in ruim 130 talen en Bijbelse publicaties in ruim 700 talen, inclusief Russisch en Russische Gebarentaal, niet beschikbaar is. Wie in Rusland de site promoot, kan nu administratief of strafrechtelijk vervolgd worden wegens zogenoemde extremistische activiteiten. Door dit verbod hebben ruim 170.000 Getuigen de toegang verloren tot een hulpmiddel dat noodzakelijk is voor hun geestelijke opbouw en dagelijkse aanbidding.

De uitspraak van het hooggerechtshof biedt Russische functionarissen nog een mogelijkheid om de vredige religieuze activiteiten van Jehovah’s Getuigen te onderdrukken. Zolang sommige functionarissen de Russische wet tegen extremistische activiteiten verkeerd blijven toepassen, zal religieuze vrijheid in Rusland beperkt zijn en verder bedreigd worden. Jehovah’s Getuigen hopen oprecht dat onbevooroordeelde functionarissen het grondrecht op vrijheid van aanbidding en het recht op een eerlijk proces, zoals gegarandeerd door de internationale verdragen en de Grondwet van Rusland, zullen verdedigen.