Op woensdag 1 april 2020 zal een militaire rechtbank in Doesjanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan, naar verwachting uitspraak doen in de zaak tegen broeder Dzjovidon Bobodzjonov wegens dienstweigering op grond van gewetensbezwaren. Broeder Bobodzjonov wacht al vijf maanden in voorlopige hechtenis onder zware omstandigheden op zijn vonnis.

Op 4 oktober 2019 kwamen officieren in Choedzjand naar het huis van de 19-jarige Dzjovidon Bobodzjonov en namen hem mee naar een rekruteringsbureau. Daar werd hij in hechtenis genomen. Twee dagen later werd hij naar een militair trainingscentrum in het district Lenin gebracht. Vervolgens werd hij overgebracht naar de militaire eenheid nr. 45075 waar officieren hem onder druk zetten om een militair uniform te dragen en de militaire eed af te leggen. Op 28 januari 2020 werd er een strafrechtelijk proces tegen hem gestart.

De ouders van Dzjovidon, die ook Getuigen van Jehovah zijn, hebben klachten ingediend bij verscheidene Tadzjiekse functionarissen, onder andere bij het presidentieel kabinet en de nationale ombudsman. Omdat er geen wet in verband met vervangende dienstplicht is, beweren de Tadzjiekse autoriteiten dat broeder Bobodzjonov door militaire dienst te weigeren een misdrijf heeft begaan en dat het daarom rechtsgeldig was om hem op te pakken.

We weten dat Jehovah broeder Bobodzjonov voor zijn moedige standpunt zal belonen door hem en zijn familie kracht en innerlijke rust te geven (Psalm 29:11).