Doorgaan naar inhoud

Roestamjon Norov (tweede van links) met zijn moeder, Fariza, zijn broer, Ravsjan en zijn vader, Batyr, tijdens een bezoek aan het bijkantoor van Kirgizië in 2016

27 OKTOBER, 2020
TADZJIKISTAN

Jonge broeder Roestamjon Norov in voorarrest; moedig ondanks eis van mogelijk vijf jaar gevangenisstraf

Jonge broeder Roestamjon Norov in voorarrest; moedig ondanks eis van mogelijk vijf jaar gevangenisstraf

Uitspraak verwacht

Binnenkort a zal een militaire rechtbank in Tadzjikistan uitspraak doen in de zaak tegen broeder Roestamjon Norov. Hem hangt twee tot vijf jaar gevangenisstraf boven het hoofd wegens dienstweigering op grond van gewetensbezwaren. Hij zit vast sinds 1 oktober 2020.

Profiel

Roestamjon Norov

  • Geboren: 1998 (Doesjanbe)

  • Achtergrond: Renoveerde appartementen en stoffeerde meubels om zichzelf en zijn familie te onderhouden. Houdt van voetballen

  • Werd in 2016 op 17-jarige leeftijd gedoopt. Twee jaar later verliet hij de Russische gemeente, waar zijn familie zat, om te gaan helpen in het Tadzjiekse veld.

Voorgeschiedenis

In 2016 meldde broeder Roestamjon Norov zich vrijwillig bij het plaatselijke bureau voor dienstplicht. Hij legde zijn neutrale standpunt uit en deed een verzoek om vervangende dienst te kunnen doen. Het jaar daarop deed hij hetzelfde verzoek. De plaatsvervangend commandant van het bureau voor dienstplicht had respect voor broeder Norov en was onder de indruk van zijn uitleg. De daaropvolgende drie jaar werd hij niet opgeroepen voor militaire dienst.

Maar op 24 september 2020 moest broeder Norov zich melden bij het districtsbureau voor dienstplicht. De officieren daar ondervroegen hem drie uur lang en verklaarden dat hij lichamelijk geschikt was om militaire dienst te verrichten. Vervolgens probeerden ze hem te dwingen een medisch onderzoek te ondergaan. Broeder Norovs vader was bij dit incident en verzocht de officieren de zaak van zijn zoon door te verwijzen naar het Openbaar Ministerie.

Roestamjon en zijn vader meldden zich op 1 oktober bij het Openbaar Ministerie. De officier van justitie wees een politieagent van het district aan om ze naar het districtsbureau voor dienstplicht te begeleiden. Bij aankomst mocht de vader van Roestamjon niet mee naar binnen. Roestamjon werd twee dagen vastgehouden. Hij was niet formeel in staat van beschuldiging gesteld of aangeklaagd voor een misdrijf. Toen hij vastzat, mocht hij niet met zijn advocaat overleggen.

Op 3 oktober werd hij overgebracht naar een militair trainingscentrum in de stad Choedzjand, zo’n 300 kilometer van zijn familie in Doesjanbe vandaan. In de twee dagen erna werd hij in Choedzjand telkens van het ene naar het andere trainingscentrum verplaatst.

Op 6 oktober mocht hij zijn familie bellen en bezoek van zijn advocaat hebben. Maar op 17 oktober gaf een Tadzjiekse militaire rechtbank de opdracht hem in voorarrest te plaatsen. Hij blijft vastzitten zolang het strafrechtelijk onderzoek loopt en totdat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Roestamjon wordt ervan beschuldigd dat hij zijn medische geschiedenis heeft vervalst om zijn dienstplicht te ontduiken.

Ondanks zijn gevangenschap blijft hij positief en toont hij een groot vertrouwen in Jehovah. Hij is Jehovah dankbaar dat hij hem heeft geholpen het geloof en de moed te ontwikkelen die hij nodig heeft voor deze beproeving. Hij is ook dankbaar voor een onverwachte beproeving die hij in 2013 meemaakte. In dat jaar haalden plaatselijke autoriteiten Roestamjon en zijn jongere broer Ravsjan met geweld van school en brachten hen voor een medische keuring naar het bureau voor dienstplicht. Roestamjon was toen pas 15 jaar oud — ver onder de dienstplichtige leeftijd — en hij was een ongedoopte verkondiger. Na dit incident besteedde de vader van de jongens, Batyr, er tijdens de gezinsaanbidding meer tijd aan om de jongens te leren hoe ze hun christelijke neutraliteit konden verdedigen. Batyr speelde dan geregeld de rol van officier van het bureau voor dienstplicht en de jongens oefenden hoe ze hun geloof konden verdedigen.

Roestamjon vertelt: ‘Voordat we dit thuis oefenden, dacht ik dat ik er klaar voor was mijn geloof te verdedigen. Maar tijdens het rollenspel was ik verrast hoe nerveus en bang ik werd. Daardoor besefte ik dat ik meer moest bidden en me meer moest verdiepen in mijn geloof en mijn beslissing om neutraal te blijven. Mijn angst nam geleidelijk af. In het voorjaar van 2016 heb ik me opgedragen aan Jehovah en werd ik gedoopt.’

Roestamjon is ook aangemoedigd door de omgang met oudere, ervaren broeders die vanwege hun geloof gevangen hebben gezeten. Hij vertelt: ‘Ik begrijp heel goed wat de mogelijke gevolgen zijn van mijn neutrale standpunt. Als ik naar de gevangenis word gestuurd, zie ik het als een eer om Jehovah’s naam te heiligen in een “nieuw gebied”.’

De vader van Roestamjon zegt: ‘Ons gezin is Jehovah dankbaar voor de grote eer zijn wil te mogen doen en instrumenten in zijn liefdevolle handen te zijn. Tegen ons geestelijke familie zeggen we: “We voelen echt jullie liefde, gebeden en steun — emotioneel en geestelijk.” We zijn niet ongerust. De vrede van God vervult ons hart, zoals Jehovah ons in zijn Woord belooft!’ (Filippenzen 4:6, 7)

a De datum van de uitspraak wordt niet altijd van tevoren bekendgemaakt