Op 14 december 2021 heeft het VN-Mensenrechtencomité geoordeeld dat Tadzjikistan de mensenrechten van broeder Tiërri Amedzro heeft geschonden door hem te arresteren en naar Kazachstan uit te zetten.

Het comité bepaalde dat de arrestatie ‘willekeurig’ was en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de VN had geschonden. Het comité zei ook dat de overheid Tiërri niet kan tegenhouden als hij terug wil naar Tadzjikistan. Tadzjiekse functionarissen hebben nu ‘de verplichting om de nodige stappen te ondernemen om soortgelijke schendingen in de toekomst te voorkomen’.

Tadzjiekse autoriteiten vielen op 4 oktober 2018 een huis binnen waar een bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen werd gehouden. De autoriteiten arresteerden Tiërri en verhoorden hem op het hoofdkantoor van de Tadzjiekse Staatscommissie voor nationale veiligheid. Op 16 oktober 2018 veroordeelde een rechter Tiërri op grond van een valse aanklacht inzake immigratie. Tiërri is een Russisch staatsburger die in Tadzjikistan werkte.

De rechter gaf Tiërri een boete en gaf opdracht tot uitzetting.

‘Ik hoop dat het besluit van het VN-comité de godsdienstvrijheid in Tadzjikistan enigszins zal verbeteren, en dat onze broeders en zusters Jehovah zorgeloos kunnen aanbidden’, zei Tiërri.

Er zit momenteel één broeder in Tadzjikistan vanwege zijn geloof in de gevangenis.

We zijn ervan overtuigd dat Jehovah onze broeders en zusters die beproevingen meemaken, ‘altijd vrede zal geven’ (Jesaja 26:3).