Doorgaan naar inhoud

4 JULI 2017
TURKMENISTAN

Zal Turkmenistan de beslissingen van het VN-Mensenrechtencomité uitvoeren?

Zal Turkmenistan de beslissingen van het VN-Mensenrechtencomité uitvoeren?

Het VN-Mensenrechtencomité heeft in tien van zijn recente beslissingen de regering van Turkmenistan opgeroepen zich te houden aan haar afspraken om de mensenrechten van haar burgers te beschermen. * De beslissingen, die in 2015 en 2016 werden gepubliceerd, stelden dat de regering moet ophouden met het straffen van gewetensbezwaarde dienstweigeraars en zich moet houden aan het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van de VN dat door Turkmenistan is ondertekend.

Getuigen dienen klachten in

De beslissingen van het comité waren gebaseerd op de klachten die in september 2012 waren ingediend door tien Getuigen die werden gestraft voor dienstweigering op grond van gewetensbezwaren. Negen van de tien mannen hadden onder verschrikkelijke omstandigheden gevangengezeten en vertelden dat ze waren geslagen en vernederd. In de overvolle gevangeniscellen hadden ze geleden onder extreme hitte en smerige omstandigheden en waren ze blootgesteld aan besmettelijke ziekten.

Het comité concludeerde in elk van de beslissingen dat Turkmenistan het ‘recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst’ van de gewetensbezwaarden had geschonden. Over de zaak van de negen mannen die gevangen hadden gezeten zei het comité dat Turkmenistan hen niet alleen ‘onmenselijk en respectloos’ had behandeld, maar hen ook ‘had onderworpen aan marteling of aan een wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf’.

Om deze mensenrechtenschendingen aan te pakken, moet de regering van Turkmenistan volgens het comité het strafblad van de Getuigen schrappen, hun voorzien van een behoorlijke compensatie en de wetgeving aanpassen zodat het ‘recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren daadwerkelijk wordt gewaarborgd’. Het comité gaf de regering ook de opdracht om een onafhankelijk en grondig onderzoek te laten uitvoeren naar de berichten over mishandeling en om eventueel verantwoordelijke personen strafrechtelijk te vervolgen.

In 2013 dienden nog eens vijf Getuigen een klacht in bij het comité vanwege de straf die ze als gewetensbezwaarde dienstweigeraars hadden gekregen. Hun advocaten verwachten dat de beslissingen over deze klachten zullen overeenkomen met de eerste tien.

Navruz Nasyrlayev zwaar mishandeld

Navruz Nasyrlayev

Een van de beslissingen van het comité, dat op 15 juli 2016 werd gepubliceerd, betrof Navruz Nasyrlayev. Toen hij in april 2009 op achttienjarige leeftijd voor de eerste keer voor militaire dienst werd opgeroepen, legde hij aan de autoriteiten uit dat hij vanwege zijn geweten geen dienst kon nemen in het leger. Hij verklaarde dat hij wel bereid was vervangende dienst te verrichten. Later werd hij wegens ontduiking van de dienstplicht veroordeeld tot twee jaar in de gevangenis LB-E/12 in Seydi. Tijdens zijn verblijf daar werd hij geregeld in een strafcel geplaatst en zwaar mishandeld door gemaskerde bewakers.

In januari 2012, een maand na zijn vrijlating, werd Nasyrlayev opnieuw opgeroepen voor militaire dienst. Weer liet hij weten dat hij bereid was vervangende dienst te doen, maar op grond van dezelfde tenlastelegging werd hij veroordeeld tot twee jaar in een gevangenis met ‘een streng regime’ waarvan de omstandigheden als ‘zeer slecht’ worden beschreven. Net als daarvoor werd hij zwaar mishandeld door de bewakers en gedwongen om vernederend werk te doen.

Familieleden van Nasyrlayev hebben ook onder de situatie geleden. Kort nadat het comité zijn klacht naar de regering van Turkmenistan had gestuurd voor een reactie, deden politieagenten een inval in het huis van de familie in Daşoguz. Ze mishandelden zijn familieleden en hun gasten — blijkbaar als vergelding voor de klacht.

Hoewel Nasyrlayev in mei 2014 werd vrijgelaten, heeft hij nog steeds last van de gevolgen van zijn behandeling in de gevangenis. Het comité merkte op dat hij zwaar was mishandeld en twee keer was veroordeeld en gestraft voor ‘dezelfde aanhoudende vastberadenheid die gebaseerd is op [zijn] geweten’. Het comité kwam tot de slotsom: ‘De weigering [van Nasyrlayev] om verplichte militaire dienst te vervullen komt voort uit zijn geloofsovertuiging (...), [en zijn] daaropvolgende veroordeling en straf kwamen neer op een schending van zijn vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.’

Zal Turkmenistan Jehovah’s Getuigen beter gaan behandelen?

In een rapport over mensenrechten dat het comité in 2012 uitbracht, werd de regering dringend verzocht om ‘te stoppen met alle vervolging van personen die op grond van gewetensbezwaren weigeren militaire dienst te verrichten en om de personen die momenteel gevangenisstraffen uitzitten vrij te laten’. De regering van Turkmenistan reageerde onder andere door in februari 2015 de laatste Getuige die wegens dienstweigering vastzat vrij te laten. Vanaf dat moment zijn er geen Getuigen meer veroordeeld tot gevangenisstraf voor dienstweigering op grond van gewetensbezwaren.

Maar door het vervolgen en straffen van gewetensbezwaarde dienstweigeraars gaat de Turkmeense regering door met het schenden van zijn internationale afspraken ter bescherming van de mensenrechten.

  • Sinds eind 2014 heeft de Turkmeense regering Getuigen die op grond van gewetensbezwaren dienstweigeren veroordeeld tot werkstraffen. Deze straf houdt ook in dat ze gedurende een of twee jaar 20 procent van hun salaris moeten afdragen aan de staatsbegroting. Op dit moment moeten twee Getuigen werkstraffen verrichten.

  • In andere gevallen oefenen autoriteiten zware druk uit op gewetensbezwaarde dienstweigeraars in een poging ze te dwingen hun oprechte geloofsovertuiging op te geven.

Artur Yangibayev

Zo gingen het plaatselijke hoofd van de politie en twee vertegenwoordigers van het Militair Commissariaat op 16 juni 2016 naar de woning van Artur Yangibayev, een Getuige die een verzoekschrift had ingediend om alternatieve vervangende dienst te mogen verrichten. De functionarissen namen hem mee naar het kantoor van de openbaar aanklager, waar hij psychisch zwaar onder druk werd gezet om een brief te schrijven waarin hij zijn eerdere verzoekschrift introk. Later diende Yangibayev een klacht in over deze intimidatie en na drie weken detentie werd hij vrijgelaten met een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar. *

Andere schendingen van mensenrechten blijven onopgelost

Afgezien van de mishandeling van gewetensbezwaarde dienstweigeraars beperkt en bestraft Turkmenistan religieuze activiteiten. Een rapport van het Comité tegen Foltering van de VN uit januari 2017 deed een beroep op de regering van Turkmenistan om ‘ervoor te zorgen dat er een onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld naar (...) de vermeende marteling tijdens de gevangenschap van Bahram Hemdemov, een Getuige van Jehovah, in mei 2015 [en] de arrestatie, zware mishandeling en gedwongen opsluiting in een ontwenningskliniek van Mansur Masharipov, een Getuige van Jehovah, in juli 2014.’ Masharipov is intussen na een gevangenisstraf van een jaar vrijgelaten. Hemdemov, die was veroordeeld voor vermeende illegale religieuze activiteiten, en Masharipov, die gevangen was gezet op grond van een gefabriceerde aanklacht in verband met zijn religieuze activiteiten, zijn onschuldig.

Jehovah’s Getuigen in Turkmenistan hopen dat de regering snel stappen zal ondernemen om deze kwesties op te lossen ten gunste van de vrijheid van godsdienst en geweten. Als de regering dit doet, toont ze respect voor de mannen die een gewetensvol standpunt hebben ingenomen en laat ze zien dat ze oprecht probeert de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren.

^ ¶2 In het internationaal recht wordt dienstweigering op grond van gewetensbezwaren erkend als een fundamenteel mensenrecht, en de meeste landen treffen daar in hun nationale wetgeving voorzieningen voor. Turkmenistan (en ook Azerbeidzjan, Eritrea, Singapore, Turkije en Zuid-Korea) weigert echter niet alleen dit recht te erkennen, maar gaat ook door met de vervolging van Getuigen die op grond van hun geweten militaire dienst weigeren.

^ ¶18 Bij een voorwaardelijke veroordeling krijgt iemand een soort proeftijd opgelegd waarbij zijn vrijheidsstraf onder bepaalde voorwaarden wordt uitgesteld of vervangen. Yangibayev wordt regelmatig door de politie gecontroleerd en heeft geen gevangenisstraf uitgezeten.