De bouw van het bijkantoor bij Chelmsford (Essex, Groot-Brittannië) wordt waarschijnlijk in december 2019 afgerond. Het krijgt nu al lof van experts als een goed voorbeeld van landschapsverbetering.

Toen de broeders het perceel in 2015 kochten, lag het vol met autowrakken en allerlei ander afval. Vrijwilligers hebben grote hoeveelheden afval opgegraven en afgevoerd, waaronder duizenden banden, sommige zelfs uit de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben de verontreinigde grond gezeefd om ook het kleinere afval te verwijderen. De grond, en waar mogelijk ook het afvalmateriaal, is vervolgens hergebruikt. Meer dan 11.000 vrijwilligers hebben er ruim vier miljoen uur aan besteed om het terrein van 34 hectare op te ruimen.

Het terrein wordt ingericht met planten uit binnen- en buitenland, vijvers, bloemenweiden en een boomgaard. Het wordt zo ontworpen dat het niet alleen mooi is om te zien, maar ook goed is voor de biodiversiteit. Inheemse dieren zullen zich er thuis voelen en het aantal inheemse planten zal toenemen. Oppervlaktewater zal op een duurzame manier beheerd worden. Oude bomen en hagen zullen behouden blijven. Bovendien zal het landschap aantrekkelijker worden voor de omwonenden.

Paul Rogers, lid van het bouwcomité voor dit project, zegt: ‘Er was jarenlang niet goed voor dit terrein gezorgd. Maar dat veranderde toen een leger van vrijwilligers het afval begon te sorteren. Daarna begon de vormgeving van het terrein in harmonie met bestaande landschappelijke kenmerken en het aanplanten van honderden bomen, struiken en andere planten. Het prachtige eindresultaat doet ons denken aan de woorden in Ezechiël 36:35, 36: “Mensen zullen zeggen: ‘Het verlaten land is als de tuin van Eden geworden’ (...). De volken (...) zullen moeten weten dat ikzelf, Jehovah, heb opgebouwd wat was afgebroken en heb beplant wat een woestenij was.”’