Bij drie grote bosbranden in Californië is grote schade ontstaan en zijn minstens 48 doden gevallen. De grootste van de drie branden, de Camp-brand, woedt nog steeds in het noorden van Californië en heeft al 47.000 hectare en zo’n 7100 gebouwen verwoest, in de meeste gevallen woningen. In het zuiden van Californië is door de Hill-brand en de Woolsey-brand in totaal 38.000 hectare afgebrand en zijn naar schatting 435 gebouwen verwoest. Volgens één nieuwsbericht komt de oppervlakte die in Californië dit jaar door bosbranden is verwoest overeen met ‘een gebied groter dan België en Luxemburg’.

Uit voorlopige berichten van het bijkantoor in de Verenigde Staten blijkt dat door de Camp-brand zo’n 427 verkondigers geëvacueerd moesten worden uit Chico en Paradise. Helaas zijn door de brand een oudere zuster uit de gemeente Ponderosa en een 70-jarige broeder uit Paradise omgekomen. Op dit moment is bekend dat minstens 94 huizen van broeders en zusters door de brand zijn verwoest of grote schade hebben opgelopen. In Paradise is ook een Koninkrijkszaal verwoest.

Als gevolg van de Hill-brand en de Woolsey-brand moesten zo’n 420 verkondigers uit de steden Oxnard, Simi Valley en Thousand Oaks worden geëvacueerd. Helaas zijn in Malibu een broeder en zijn moeder (geen Getuige) omgekomen terwijl ze vluchtten voor de brand. Volgens de eerste berichten hebben 21 huizen van Getuigen en een Koninkrijkszaal schade opgelopen.

Het bijkantoor heeft twee hulpverleningscomités gevormd om in de behoeften van onze broeders en zusters te voorzien. Onder leiding van hun kringopzieners voorzien de plaatselijke ouderlingen in herderlijke en praktische zorg voor de verkondigers die door deze branden zijn getroffen. Op zaterdag 10 november werd in Chico een speciaal programma gehouden voor meer dan 270 broeders en zusters. Een lid van het bijkantoorcomité van de Verenigde Staten en de plaatselijke kringopzieners deelden bemoedigende Bijbelse gedachten.

We bidden dat onze broeders en zusters die met deze moeilijke omstandigheden te maken hebben, door Jehovah getroost en gesterkt zullen worden. Heel binnenkort zal hij de tranen van onze gezichten wissen en de dood voor altijd verslinden (Jesaja 25:8).