Doorgaan naar inhoud

Broeder Aleksandr Oersoe

4 DECEMBER 2020
INTERNATIONAAL NIEUWS

Broeder Aleksandr Oersoe (80) kijkt terug op een leven van volharding

Broeder Aleksandr Oersoe (80) kijkt terug op een leven van volharding

‘Jehovah heeft toen voor ons gezorgd en ik weet dat hij dat zal blijven doen.’

Broeder Aleksandr Oersoe, toen 78 jaar, liep zijn huis in Dzjankoj (Krim) uit om zijn zoon, Viktor, te begroeten op de oprit. Het was de avond van 15 november 2018. Aleksandr schrok van een licht net achter zijn hek. Hij liep voorzichtig in de richting van het licht. Plotseling hoorde hij iemand schreeuwen: ‘Stop! Politie!’

Aleksandr dacht dat een paar broeders een grapje met hem uithaalden, maar hij kwam er al snel achter dat dit geen grap was. Een gemaskerde man greep Aleksandrs armen en draaide die achter zijn rug. Een andere gemaskerde man stompte hem op zijn kaak. Zes FSB-agenten, gewapend met machinegeweren, fouilleerden Aleksandr en Viktor en bestormden vervolgens het huis.

Aleksandrs vrouw, Nina, was in de keuken toen de agenten binnenvielen. Een agent griste haar mobiele apparaat weg en vroeg haar waarnaar ze aan het kijken was. De agenten doorzochten urenlang het huis maar vonden geen lectuur die in Rusland op de lijst van extremistisch materiaal stond.

Broeder Aleksandr Oersoe met zijn vrouw, Nina, in 2020

Onze lieve oudere broeder werd niet gearresteerd. Maar Aleksandr en alle andere Getuigen in Rusland en de Krim leven met de wetenschap dat de politie elke dag hun huis kan binnenvallen en ze op elk moment kan arresteren. Om met deze verontrustende realiteit om te gaan, mediteert Aleksandr over zijn rijke geestelijke erfgoed en ook over zijn eigen ervaringen toen hij tijdens het Sovjetregime werd vervolgd.

Op 6 juli 1949, toen Aleksandr negen jaar was, drongen Sovjetsoldaten midden in de nacht het huis van zijn ouders binnen en doorzochten alles. Ze gooiden de bezittingen van het gezin midden in de kamer op de grond en zeiden dat ze moesten beginnen met inpakken. Aleksandr weet nog: ‘Toen de soldaten even niet keken, verstopte mijn moeder tussen onze spullen Bijbelse lectuur, waaronder het boek De Harp Gods.’ De soldaten namen het hele gezin mee naar het treinstation.

Moedig zong de familie van Aleksandr samen met de andere gezinnen in hun trein Koninkrijksliederen, op weg naar hun nieuwe thuis in Siberië. Ze hoorden bij de duizenden broeders en zusters die tussen 1949 en 1951 naar Siberië werden gedeporteerd.

In de jaren 50 kwamen de broeders en zusters in het geheim op boerderijen bijeen voor hun vergaderingen. Sommige gezinnen liepen daarvoor wel 20 kilometer.

Aleksandr heeft veel voordeel gehad van zijn rijke geestelijke erfgoed. Zijn overgrootvader van vaderskant, Makar; zijn grootvader, Maksim; zijn oudoom, Vladimir; en zijn vader, Pjotr, waren allemaal standvastige voorbeelden van loyale volharding.

Foto links, met de klok mee: Aleksandr Oersoe met zijn zoon, Viktor; zijn vrouw, Nina; zijn moeder, Nadezjda; zijn vader, Pjotr, met Dina (de dochter van Aleksandr). Foto rechts: Vladimir Oersoe, de broer van Aleksandrs grootvader van vaderskant, Maksim. Beiden stierven getrouw in de gevangenis

Aleksandrs vader werd in 1944 tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens dienstweigeren. Na drie jaar keerde hij naar huis terug omdat hij verlamd was geraakt door een ruggengraatfractuur. Aleksandr herinnert zich dat zijn vader Bijbelverhalen vertelde over David, Goliath en Davids vriendschap met Jonathan.

Aleksandr vertelt: ‘Mijn oom Vladimir luisterde trouw naar WBBR en ontving Bijbelse lectuur. Omdat het in die tijd illegaal was om een radio te hebben, bouwde hij een ondergrondse bunker waar hij en geïnteresseerden veilig naar de radio-uitzendingen van WBBR konden luisteren.’

Ergens in de jaren 40 verraadde een ‘geïnteresseerde’ de plek van de bunker. Aleksandrs oom en grootvader werden gearresteerd en in Chotyn, in het westen van Oekraïne, gevangengezet, op zo’n 80 kilometer van hun geboortedorp.

‘Mijn grootmoeder liep altijd naar de gevangenis om ze te bezoeken. Ze vertelde ons dat ze door hun geloof vrolijk bleven, maar dat ze wel kon zien dat ze werden geslagen.’ Helaas zijn Aleksandrs oom en grootvader in de gevangenis gestorven.

‘Wat er met ze is gebeurd, hoe ze werden behandeld, hoe ze om het leven kwamen en waar ze begraven werden, weten we nog steeds niet’, vertelt Aleksandr. ‘Maar het was een aanmoediging te weten dat ze tot de dood trouw zijn gebleven aan Jehovah.’

Aleksandrs geestelijk erfgoed en zijn eigen ervaring in Siberië bereidden hem voor op de huidige vervolging. Hij zegt: ‘Ik ben gewend geraakt aan de huiszoekingen omdat dit al gebeurt sinds mijn kindertijd. Jehovah heeft toen voor ons gezorgd en ik weet dat hij dat zal blijven doen.’

‘Andere dingen die me helpen’, vertelt Aleksandr, ‘zijn dagelijkse Bijbelstudie en meditatie, geregeld vergaderingen bezoeken en communicatie met andere broeders en zusters.’

Hij leest ook geregeld over de beproevingen van andere vervolgde broeders en zusters en hun moed geeft hem kracht. Hij zegt: ‘Ik lees wat sommige broeders in hun slotverklaring in de rechtszaal zeiden. Hun moedige getuigenis is een vervulling van de profetische woorden van Jezus: “Jullie zullen ter wille van mij voor bestuurders en koningen worden gesleept, als een getuigenis voor hen en voor andere volken”’ (Mattheüs 10:18).

Onze broeders en zusters volharden en zijn zelfs gelukkig onder vervolging dankzij de liefdevolle steun van onze God, Jehovah. Ze zijn het levende bewijs van de waarheid van Davids geïnspireerde woorden: ‘Iedereen die zijn toevlucht bij u [Jehovah] zoekt, zal gelukkig zijn en altijd vol vreugde juichen’ (Psalm 5:11).