26 FEBRUARI 2021
INTERNATIONAAL NIEUWS
Jehovah’s Getuigen bieden ondanks COVID-19-pandemie hulpverlening tijdens recordjaar aan rampen
In het dienstjaar 2020 begon een ongekende, voortdurende periode van wereldwijde hulpverlening door onze organisatie. Er werden wereldwijd ruim 950 hulpverleningscomités aangesteld. Behalve de pandemie vonden in 2020 ook steeds ernstigere noodsituaties en natuurrampen plaats. Voor de comités was het extra uitdagend: hulp verlenen aan broeders en zusters en zich tegelijkertijd aan de coronamaatregelen houden. De broeders en zusters die hulp verleenden, zeggen dat deze activiteiten hun geloof hebben versterkt. Hieronder staan enkele gebeurtenissen die onze broeders en zusters troffen:
Verwoestende stormen
In het dienstjaar 2020 nam het aantal grote stormen die onze broeders en zusters troffen met 11,5 procent toe (vergeleken met het dienstjaar 2019). In totaal ging het om 126 stormen, waarvan een groot deel verwoestende overstromingen of aardverschuivingen veroorzaakte.
De Filipijnen bijvoorbeeld werden door meerdere tropische cyclonen getroffen, waardoor veel verkondigers hun huis uit moesten.
Zware regenbuien in Nigeria beschadigden de gewassen van broeders en zusters.
In Zuid-Korea veroorzaakte een extra lange moesson veel schade.
Enorme bosbranden
In talloze landen ontstonden bosbranden, waarvan sommige de grootste uit de geschiedenis waren.
Sommige broeders en zusters bijvoorbeeld kregen te maken met dodelijke ‘gigabranden’, branden die ten minste één miljoen hectare land verwoesten.
Dit was het geval in de VS.
Ook broeders en zusters in Australië werden geconfronteerd met gigabranden.
Veilige en efficiënte hulpverlening
Na deze rampen stelde de organisatie maatregelen op voor de veiligheid van degenen die hulp verleenden en kregen.
Broeder Han Chan-hee, die een hulpverleningscomité in Zuid-Korea ondersteunde, vertelt wat er onder meer werd gedaan om de broeders en zusters te beschermen: ‘We controleerden elke ochtend ieders temperatuur, hielden voldoende afstand, beperkten het aantal vrijwilligers op locatie en kwamen niet bij elkaar voor maaltijden en pauzes. Daarnaast moesten vrijwilligers hun gereedschap voor en na het werk ontsmetten.’
Sommige broeders en zusters moesten vanwege deze rampen tijdelijk hun huis uit of raakten zelfs hun huis kwijt. Broeder Chris Shirah, die een hulpverleningscomité ondersteunde tijdens de bosbranden in het westen van de VS, zegt: ‘Woonsituaties werden zorgvuldig gecontroleerd om ervoor te zorgen dat we de coronamaatregelen volgden.’
In veel gebieden konden vanwege de veiligheid en reisbeperkingen maar een beperkt aantal hulpverleners helpen. Broeder Philips Akinduro, die met een hulpverleningscomité in Nigeria samenwerkte, zegt: ‘[De regering] had de reismogelijkheden ingeperkt, waardoor we voor een grote uitdaging stonden. Het was niet makkelijk om genoeg vrijwilligers bij elkaar te krijgen.’
Broeder Kim Joon-hyeong, die met een hulpverleningscomité in Zuid-Korea samenwerkte, omschrijft de houding van de hulpverleners: ‘Omdat we dit werk deden uit liefde voor God en onze broeders en zusters, hadden we tijdens de hulpverlening altijd extra aandacht voor het welzijn en de veiligheid van iedereen. Zo konden we ondanks de extra maatregelen onze vreugde behouden.’
Hulpverlening versterkt geloof
Het succes van de hulpverlening ondanks de extra uitdagingen heeft het geloof en het vertrouwen van alle betrokkenen versterkt.
Broeder Han bijvoorbeeld vroeg zich af of het hulpverleningscomité genoeg vrijwilligers zou vinden om binnen 24 uur met de hulpverlening te kunnen beginnen. ‘Na een paar uur besefte ik dat ik me geen zorgen had hoeven maken. Honderden broeders en zusters uit het hele land boden zich aan. Het waren er zelfs zo veel dat we sommigen [die zich hadden opgegeven om te helpen] moesten afwijzen.’ Hij zegt verder: ‘Ik heb absoluut gemerkt dat Jehovah bij ons was, en het raakte me diep.’
Broeder Brad Brenner uit Honduras denkt er ook zo over. Hij zegt hoe hij zich voelde nadat hij hulp had verleend na een orkaan: ‘Het was een stressvolle situatie. Toch hebben de broeders en zusters die hun huis moesten verlaten het voedsel, het onderdak en de geestelijke aanmoediging gekregen die ze nodig hadden. Ik heb persoonlijk gezien dat twee orkanen plus een wereldwijde pandemie de liefde in onze organisatie niet kunnen verwoesten.’
Broeder Alquin Dayag, die een hulpverleningscomité op de Filipijnen hielp, zegt: ‘Deze ervaring heeft me nog meer doen beseffen dat Jehovah ons inderdaad ruimschoots de kracht geeft die wat normaal is te boven gaat en de wijsheid die we nodig hebben om het werk uit te voeren’ (2 Korinthiërs 4:7).
We waarderen het harde werk van de bijkantoren, de hulpverleningscomités en de vele vrijwilligers. De liefdevolle inzet en gulle donaties maakten het mogelijk om hulp te verlenen tijdens een recordjaar aan rampen (1 Thessalonicenzen 1:3).