Nadat cycloon Idai in maart 2019 over de zuidoostkust van Afrika had geraasd, organiseerden de bijkantoren in Malawi, Mozambique en Zimbabwe snel 14 hulpverleningscomité’s (hvc’s) om in de behoeften van de getroffen Getuigen te voorzien. In deze drie landen hebben onze broeders en zusters al ruim 650 van de 1434 beschadigde huizen van geloofsgenoten hersteld of herbouwd. Van de 29 beschadigde Koninkrijkszalen zijn er 8 herbouwd en 10 hersteld.

De afgelopen negen maanden hebben ruim 3500 broeders en zusters meegeholpen aan deze grootschalige hulpverlening. Sommigen van hen hadden een lange reis ondernomen om te kunnen helpen. Ze waren afkomstig uit Afrikaanse landen, en ook uit Brazilië, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. De plaatselijke broeders en zusters zijn door vakbekwame vrijwilligers opgeleid in onder andere metsel- en timmerwerk.

In de provincies Manica en Sofala (Mozambique) verwoestte de cycloon zo’n 70 procent van de oogst van onze broeders en zusters. Het hvc in dat gebied heeft onder leiding van het bijkantoor zo’n 430 ton voedsel uitgedeeld. Bij het samenstellen van de voedselpakketten werd rekening gehouden met wat er gewoonlijk wordt gegeten. Er werd onder andere gezorgd voor maismeel, bonen, olie, zout en suiker. Ook is er vijf ton zaad gedistribueerd voor bijvoorbeeld tomaten, mais en rijst.

Het bijkantoor in Malawi schat in dat de hulpverlening in februari 2020 klaar zal zijn. Mozambique verwacht in januari 2020 klaar te zijn en Zimbabwe heeft de hulpverlening in september 2019 afgerond. De kosten van deze grootschalige hulpactie worden geraamd op 4 miljoen dollar.

Trent Edson, die lid is van het bijkantoorcomité in Zimbabwe en op de afdeling Hulpverlening dient, zegt: ‘De broeders en zusters van wie het huis is herbouwd, waren overgelukkig. De vele blijken van medeleven die broeders en zusters veraf en dichtbij toonden, waren prachtig om te zien. Velen deden al het mogelijke om te helpen.’

Samen met de meer dan 10.000 broeders en zusters die door deze ramp in Zuidoost-Afrika getroffen zijn, danken we Jehovah voor deze hartverwarmende uiting van broederlijke liefde in ‘tijden van nood’ (Spreuken 17:17).