Doorgaan naar inhoud

30 APRIL 2020
INTERNATIONAAL NIEUWS

Nabestaanden voelen zich gesteund door onze internationale broederschap

Nabestaanden voelen zich gesteund door onze internationale broederschap

Hoewel Jehovah’s aanbidders tijdens de huidige gezondheidscrisis beschermende maatregelen hebben genomen, blijven we niet gespaard voor de mogelijk dodelijke gevolgen van het coronavirus (Prediker 9:11). Helaas zijn er wereldwijd al 872 broeders en zusters overleden aan de gevolgen van het COVID-19-virus. Onze geloofsgenoten zijn voor de nabestaanden een grote steun en troost geweest (1 Korinthiërs 12:26). We vertrouwen dan ook op Jehovah, die zijn belofte in Filippenzen 4:7 altijd nakomt en ons ‘de vrede van God’ geeft.

Broeder en zuster Unnützer

Eén zuster die de steun van Jehovah’s organisatie ervaart, is Hannchen Unnützer, een speciale pionierster in Bolzano (Noord-Italië). Helaas is haar man, broeder Manfred Unnützer, op 28 maart 2020 aan het coronavirus overleden. Broeder Unnützer was bijna 58 jaar in de speciale volletijddienst geweest, waarvan bijna 54 jaar samen met zijn vrouw. Ook waren ze 25 jaar in de kringdienst geweest. Bijna 1000 broeders en zusters uit verschillende landen keken via videoconferencing mee met de begrafenislezing.

Zuster Unnützer vertelt: ‘Ik ben heel dankbaar voor de broederschap. Ze hebben me nooit alleen gelaten, zelfs niet voor een uur. Het was een ‘rivier’ van genegenheid! Ze hebben op emotioneel, geestelijk en fysiek gebied voor me gezorgd. Ik hou van al mijn broeders en zusters.’

Ook Maria Jose Moncada en haar man, Darwin, ontvingen steun bij hun verlies. Ze dienen in het Quichua-veld in de bergen van Ecuador. Helaas bezweken de ouders van zuster Moncada — zuster Fabiola Santana Jordan (56), die in de gewone pioniersdienst was, en broeder Ricardo Jordan (60), die als dienaar in de gemeente Praderas in Guayaquil diende — zes dagen na elkaar aan de ziekte. De twee broers van zuster Moncada liepen ook het COVID-19-virus op maar herstelden.

Broeder en zuster Moncada vieren het Avondmaal

Zuster Moncada was overmand door verdriet en wilde naar haar familie gaan, die op vier uur afstand wonen, om ze emotionele steun te geven en te helpen met het regelen van de begrafenis. Maar na er samen met haar man over gebeden te hebben, besloten ze dat het niet verstandig was om de reis naar Guayaquil te maken. In plaats daarvan communiceerden ze met haar familie via videoconferencing. Zuster Moncada vertelt: ‘Als we naar onze familie waren gegaan, zouden we onze eigen gezondheid en die van anderen in gevaar hebben gebracht.’

Het is begrijpelijk dat zuster Moncada heel verdrietig en bezorgd was. Toch hielden zij en haar man vast aan hun geestelijke routine en ‘bleven ze zonder ophouden tot Jehovah bidden om zijn leiding’. Broeder en zuster Moncada gingen ook door met hun voorbereidingen voor de herdenking van Jezus’ dood. Ze nodigden Bijbelstudies uit en lazen gedeelten uit de Bijbel over Jezus’ laatste dagen op aarde. Ze namen ook deel aan de velddienst door brieven te schrijven en bezochten via videoconferencing hun gemeentevergaderingen. Negen familieleden van zuster Moncada die geen Getuigen zijn, gingen in op haar uitnodiging om mee te kijken met het Avondmaal in het Spaans.

‘Het was heel aanmoedigend te zien dat Bijbelstudenten regelingen troffen om digitaal mee te kunnen kijken met het Avondmaal, wat niet makkelijk voor ze is’, zegt zuster Moncada. Ook vertelt ze: ‘Het was een aangename verrassing te zien dat ook mijn familieleden meekeken, hoewel ze in andere landen wonen.’

Zuster Moncada vertelt verder: ‘Deze ervaring heeft ons geleerd dat hoe verdrietig onze omstandigheden ook zijn, actief blijven in onze dienst voor Jehovah de beste manier is om met verdriet om te gaan. Je geeft Jehovah dan iets om te zegenen.’

Onze broeders en zuster over de hele wereld leven mee met degenen die tijdens deze pandemie dierbaren in de dood hebben verloren en blijven voor ze bidden. We kijken uit naar de tijd dat Jehovah een eind maakt aan alle oorzaken van pijn, waaronder epidemieën, en dat hij al zijn trouwe aanbidders die gestorven zijn, weer tot leven brengt (1 Korinthiërs 15:21, 22).