Op 7 september 2022 zijn twee belangrijke uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) betreffende Jehovah’s Getuigen van kracht geworden. Op 7 juni 2022 verklaarde het EHRM dat het verbod dat Rusland in 2017 aan Jehovah’s Getuigen had opgelegd onwettig was. Op dezelfde dag oordeelde het EHRM dat Litouwen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens had geschonden in een zaak tegen broeder Stanislav Teliatnikov, die op grond van gewetensbezwaren militaire dienst had geweigerd.

Rusland en Litouwen hebben bij de Grote Kamer van het EHRM geen beroep aangetekend tegen de beslissingen van 7 juni. Daarom hebben de twee landen van het EHRM de opdracht gekregen om te voldoen aan de voorwaarden van de uitspraken, waaronder het betalen van een schadevergoeding aan de betrokken partijen.

Op 11 juni 2022 probeerde Rusland zijn verantwoordelijkheden te ontlopen door zich eenzijdig terug te trekken uit het EHRM. Het EHRM kan echter nog steeds tegen Rusland gerichte verzoeken behandelen in verband met vermeende schendingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens die vóór 16 september 2022 hebben plaatsgevonden.

We bidden dat deze definitieve beslissingen van het EHRM en het recht op vrijheid van godsdienst worden gerespecteerd, zodat vredelievende christenen een ‘kalm en rustig leven kunnen blijven leiden met volledige toewijding aan God’ (1 Timotheüs 2:1, 2).