23 JULI 2021
INTERNATIONAAL NIEUWS
We dragen al 90 jaar vol trots de naam Jehovah’s Getuigen
Op zondag 26 juli 1931 sprak broeder Joseph Rutherford, de toenmalige president van de Watch Tower Bible and Tract Society, tot een publiek van ruim 15.000 personen tijdens een congres in Columbus (Ohio, VS). Een deel van het programma werd wereldwijd op meer dan 450 radiozenders uitgezonden. Het was de eerste keer dat een radioprogramma op zo veel zenders over de hele wereld werd uitgezonden. Broeder Rutherford legde toen een resolutie voor met als titel ‘Een nieuwe naam’. De resolutie bevatte onder meer de woorden: ‘Wij willen bekendstaan als en genoemd worden bij de naam Jehovah’s Getuigen.’ (Zie het kader ‘ De resolutie’.) De aanwezigen reageerden met een krachtig ‘Ja!’ en een daverend applaus.
Broeder Arthur Worsley, wiens levensverhaal in 1986 is gepubliceerd, zei over de gebeurtenis: ‘Ik zal het overweldigende gejuich en applaus dat de congreshal vulde nooit vergeten.’
In andere landen hoorden ze de resolutie voorgelezen worden tijdens de uitzending op de radio. Broeder en zuster Barber uit Australië zeiden: ‘Toen ze in Amerika begonnen te klappen, sprongen de broeders en zusters in Melbourne op en begonnen ze ook te applaudisseren.’ In Japan hoorde een kleine groep, onder wie zuster Matsue Ishii, de resolutie. Ze schreef later: ‘We juichten vol blijdschap mee met onze broeders en zusters in Amerika.’
Naar verluidt vervingen bedrijven in de congresstad de borden die ze hadden opgehangen om de Internationale Bijbelonderzoekers te verwelkomen met borden waarop stond: ‘Welkom, Jehovah’s Getuigen.’ Op 28 juli 1931 werd de naam Jehovah’s Getuigen voor het eerst in gedrukte vorm gebruikt in The Messenger, een door de Watch Tower Bible and Tract Society geproduceerde krant met informatie over onze congressen.
Kort na het congres vond een grote predikingsactie plaats met de brochure Het Koninkrijk, De Hoop der Wereld, waarin de resolutie met de nieuwe naam was opgenomen. Binnen tweeënhalve maand werden meer dan vijf miljoen exemplaren verspreid. Veel exemplaren werden naar leidinggevenden binnen religies, overheden en bedrijven gestuurd.
Broeder Martin Poetzinger zei over die periode: ‘Aan iedere deur verschenen verbaasde gezichten als we onszelf introduceerden met de woorden: “Ik ben vandaag naar u toe gekomen als een van Jehovah’s Getuigen.” De mensen schudden dan hun hoofd of vroegen: “Maar u bent toch nog steeds Bijbelonderzoekers?”’ (Zie het kader ‘ Visitekaartjes met de naam Jehovah’.) Over de prediking jaren later zei broeder Poetzinger: ‘Wat een verandering! Voordat ik nog maar een woord heb gezegd, merken de mensen reeds op: “U moet een van Jehovah’s Getuigen zijn.”’
Broeder A.H. Macmillan, die het congres in 1931 ook bijwoonde, vertelde waarom hij het zo’n passende naam vond: ‘Ik vond het een geweldig idee, omdat die naam aan de wereld duidelijk maakte wat we deden en wat ons doel was. Tot dan toe stonden we bekend als Bijbelonderzoekers. Waarom? Omdat we dat waren. En toen men vervolgens in andere landen met ons begon te studeren, werden we Internationale Bijbelonderzoekers genoemd. Maar nu zijn we getuigen voor Jehovah God, en die titel vertelt het publiek precies wie we zijn en wat we doen.’
Vandaag de dag zijn miljoenen mensen over de hele wereld er trots op om bekend te staan als Jehovah’s Getuigen (Jesaja 43:10-12).