Op 29 september 2022 heeft het Hooggerechtshof van Zimbabwe in Mutare uitspraak gedaan in het voordeel van Tobias Gabaza, Wonder Muposheri en Jabulani Sithole. Deze broeders waren het slachtoffer geworden van discriminatie omdat ze hadden geweigerd deel te nemen aan een religieuze ceremonie die tegen hun geweten inging.

In oktober 2020 waren de drie broeders opgeroepen om te verschijnen voor een rechtbank, onder leiding van het dorpshoofd, nadat een andere ambtenaar erop had aangedrongen dat de broeders zouden deelnemen aan een inheemse ceremonie. De ceremonie draaide om het oproepen van de geesten van overledenen om te zorgen voor de seizoensregen, en van iedere dorpsbewoner werd verwacht dat hij zou meedoen. Onze broeders besloten, op basis van hun door de Bijbel gevormde geweten, niet deel te nemen aan de ceremonie.

Het dorpshoofd veroordeelde onze broeders en bedreigde hen om ze te laten meewerken. Onze broeders besloten in beroep te gaan bij het gerechtshof in Chipinge.

Op 5 januari 2021 oordeelde dat gerechtshof in het voordeel van onze broeders. Maar de dorpsambtenaren weigerden die uitspraak te respecteren en bleven onze broeders onder druk zetten. Daarnaast begonnen andere dorpelingen hen te mijden en te mishandelen.

Omdat onze broeders discriminatie bleven ondervinden, legden ze hun zaak voor aan het Hooggerechtshof. Het Hof erkende dat de dorpsambtenaren de rechten van de broeders hebben geschonden. Het beval de ambtenaren ook om onze broeders vrij te stellen van elke traditionele activiteit die hun geweten schendt en om ze schadevergoeding te betalen.

De verwachting is dat deze uitspraak tot voordeel is van alle broeders en zusters in Zimbabwe, aangezien deze tradities overal in het land te vinden zijn. We danken Jehovah voor deze gunstige uitkomst (Spreuken 2:8).