9 DECEMBER 2013
ZUID-KOREA
Zuid-Korea scheidt honderden gewetensbezwaarden van criminelen
De regering van Zuid-Korea heeft wat verlichting gebracht in het lot van honderden Getuigen van Jehovah die gevangenzitten vanwege dienstweigering op grond van gewetensbezwaren. De Getuigen zitten nu apart van de andere gevangenen.
Deze verandering is het resultaat van een overleg dat in december 2012 plaatsvond tussen Koreaanse afgevaardigden van Jehovah’s Getuigen en een topambtenaar van het Koreaanse gevangeniswezen. Onder de afgevaardigden bevond zich een vader van wie de zoon momenteel vastzit. De afgevaardigden uitten hun bezorgdheid over het feit dat de jonge Getuigen vaak in een cel met zware criminelen terechtkomen. Binnen vijf maanden na het overleg was meer dan 70 procent van de Getuigen overgeplaatst naar een cel met geloofsgenoten.
Principiële dienstweigeraars al jaren vastgezet. In Zuid-Korea worden Jehovah’s Getuigen al lange tijd gevangengezet omdat ze op grond van Bijbelse principes weigeren de wapens op te nemen. Op het moment zitten zo’n 600 Getuigen vast vanwege principiële dienstweigering. De afgelopen zestig jaar hebben meer dan 17.000 Getuigen gevangenisstraffen uitgezeten omdat ze weigeren te voldoen aan de militaire dienstplicht voor mannen tussen de 19 en 35 jaar.
In één familie hebben soms meerdere generaties van Getuigen meegemaakt dat ze veroordeeld en gevangengezet werden als criminelen. „Ik werd veroordeeld tot gevangenisstraf in dezelfde gevangenis waar mijn vader had gezeten toen hij jong was, en sinds die tijd waren de omstandigheden in die gevangenis niet veranderd”, vertelde Seungkuk Noh, die in 2000 vrijkwam na een gevangenisstraf van drie jaar. Tegenwoordig is de straf voor gewetensbezwaarden achttien maanden. Zuid-Korea kent geen regeling voor vervangende burgerdienst.
Ho Gyu Kang was 21 toen hij werd veroordeeld wegens dienstweigering. Hij was niet eerder van zijn familie gescheiden geweest. Hij vertelde: „Ik was heel zenuwachtig en bang.” Samen met een andere jonge Getuige werd hij vastgezet bij een aantal oudere gedetineerden die als onverbeterlijk werden beschouwd. Sommigen van hen waren veroordeeld voor moord en waren lid van een bende.
De Getuigen zijn gewoonlijk jonger dan de meeste gedetineerden, en vanaf het moment dat ze binnenkomen tot aan hun vrijlating worden ze blootgesteld aan fysieke en emotionele mishandeling. Andere gedetineerden hebben het vaak voorzien op de Getuigen met wie ze een cel delen en mishandelen hen. Door die omstandigheden worden de Getuigen belemmerd in de uitoefening van hun religie, bijvoorbeeld als het gaat om bidden en de Bijbel bestuderen. Jaar na jaar hebben veel jonge Getuigen lijdzaam de vernederingen ondergaan die het gevolg waren van opsluiting met veroordeelde criminelen.
Gevangenen scheiden is de internationale norm. Dat in Zuid-Korea gedetineerde Getuigen nu worden gescheiden van criminelen, is in overeenstemming met de universele principes zoals die worden verwoord in artikel 8 van de door de VN vastgestelde Standaard minimumnormen voor de behandeling van gevangenen. Zuid-Korea doet hiermee hetzelfde wat EU-lid Griekenland twintig jaar geleden deed toen de Griekse ministeries van Defensie en Justitie maatregelen goedkeurden om gewetensbezwaarde Getuigen te scheiden van andere gevangenen. In 1992 werd een militair kamp in Sindos (Thessaloníke) veranderd in een gevangenis voor gedetineerde Getuigen. In een officieel rapport stond dat „fijngevoeligheid van de zijde van het ministerie van Defensie vanwege de bijzondere aard van de gedetineerden [Jehovah’s Getuigen]” had geleid tot de beslissing om gedetineerde Getuigen af te scheiden en in één gevangenis te zetten. Vanaf 1998 werden Getuigen die op grond van hun geweten dienst weigerden, niet langer tot gevangenisstraf veroordeeld.
Door de meeste gedetineerde Getuigen te scheiden van andere gevangenen heeft ook Zuid-Korea nu fijngevoeligheid getoond tegenover de jonge mannen die gevangenzitten omdat ze vasthouden aan hun diepgaande, persoonlijke geloofsovertuiging. * Verschillende gevangenissen waar veel Getuigen vastzitten hebben het initiatief met succes toegepast, waardoor gewetensbezwaarde gevangenen in een veiliger omgeving zitten. Een Getuige in de gevangenis in Kunsan zegt over de voordelen: „We zijn bevrijd van negatieve invloeden, zoals immoraliteit en smerige taal. We kunnen nu opbouwende geestelijke gesprekken met onze geloofsgenoten voeren.”
’We zijn bevrijd van negatieve invloeden en kunnen nu opbouwende geestelijke gesprekken voeren’
Rechten van gewetensbezwaarden nog niet erkend. Het recente initiatief van Zuid-Korea om gedetineerde Getuigen te scheiden van andere gevangenen verdient een compliment. Toch heeft Zuid-Korea de kwestie van principiële dienstweigering nog steeds niet opgelost, zoals in andere landen wel is gebeurd. Griekenland bijvoorbeeld biedt principiële dienstweigeraars sinds 1997 de mogelijkheid tot vervangende burgerdienst. Duitsland bood deze mogelijkheid vroeger ook, maar gewetensbezwaarden hebben volledige vrijstelling sinds de dienstplicht in 2011 werd afgeschaft. Taiwan heeft in 2000 een wet aangenomen waarmee werd voorzien in een alternatieve dienstplicht voor gewetensbezwaarden.
Jonge Koreaanse Getuigen en hun families hopen dat ook hun land de huidige internationale norm zal gaan hanteren wat betreft het fundamentele mensenrecht op vrijheid van geweten.
^ ¶9 Het internationaal recht, dat ook voor Zuid-Korea geldt, erkent principiële dienstweigering als een mensenrecht. Zie het artikel „Internationale verontwaardiging over onrecht in Zuid-Korea”.