18 DECEMBER 2019
ZWEDEN
Zweden oordeelt dat geloofsgemeenschap Jehovah’s Getuigen bijdraagt aan samenleving
Sinds 1 januari 2000 geeft de Zweedse overheid op grond van de Wet Ondersteuning Geloofsgemeenschappen subsidie aan religieuze organisaties. Er wordt alleen subsidie verstrekt als een religieuze groepering ‘bijdraagt tot het onderhouden en versterken van de fundamentele waarden waarop de samenleving gebaseerd is’ en ‘stabiel is en een actieve rol in de samenleving speelt’.
Hoewel Zweden de meeste religies subsidie geeft, heeft het vanaf 2007 herhaaldelijk geweigerd Jehovah’s Getuigen subsidie te geven vanwege ons religieuze standpunt ten aanzien van politieke neutraliteit.
Bij gebrek aan andere rechtsmiddelen hebben onze broeders de Zweedse overheid bij drie gelegenheden voor de rechter gedaagd. Alle drie de keren oordeelde de hoogste bestuursrechter dat de beschikking van de overheid om onze organisatie subsidie te weigeren, onwettig was en heroverwogen moest worden.
Uiteindelijk heeft de Zweedse overheid op 24 oktober 2019 haar beschikking nietig verklaard en geconcludeerd dat Jehovah’s Getuigen ‘voldoen aan alle wettelijke vereisten’ voor overheidssubsidie.
Dezelfde kwestie was onlangs aan de orde in Noorwegen, waar de overheid routinematig subsidie verleende aan alle religies, waaronder Jehovah’s Getuigen. Maar de afgelopen maanden is de overheid gevraagd om de basis voor het verstrekken van overheidssubsidie aan Jehovah’s Getuigen opnieuw te evalueren vanwege onze politieke neutraliteit. Als reactie daarop hebben onze broeders de Noorse overheid voorzien van nauwkeurige informatie over ons standpunt ten aanzien van politieke neutraliteit. Ze hebben de regering ook een kopie gegeven van uitspraken van de hoogste bestuursrechter van Zweden ten gunste van ons, en ook van uitspraken ten gunste van ons in vergelijkbare zaken door rechtbanken en bestuursrechters in Duitsland en Italië.
We zijn blij dat de Noorse overheid op 18 november 2019 heeft beslist dat Jehovah’s Getuigen subsidie van de overheid blijven ontvangen. In de uitspraak stond: ‘Stemmen bij verkiezingen is voor Noorse burgers een grondrecht, maar geen verplichting. Afzien van dat recht hoort blijkbaar bij de geloofsleer van Jehovah’s Getuigen, (...) [maar de overheid] ziet dit niet (...) als een juridisch houdbare basis voor het intrekken van overheidssubsidie.’
Broeder Dag-Erik Kristoffersen van het bijkantoor Scandinavië zegt over deze uitspraken: ‘We zijn blij dat wordt erkend dat we een positieve invloed uitoefenen op de samenleving. We hopen dat andere landen met vergelijkbare regelingen notitie nemen van deze uitspraak.’ Bovenal zijn we Jehovah dankbaar, de allerhoogste Wetgever (Jesaja 33:22).