‘De beproevingen die jullie moeten doorstaan, maken andere mensen ook mee. Maar God is trouw, en hij zal niet toelaten dat je wordt beproefd boven wat je aankunt, maar met de beproeving zal hij ook voor de uitweg zorgen, zodat je het kunt doorstaan’ (1 Korinthiërs 10:13, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan’ (1 Korintiërs 10:13, Herziene Statenvertaling).

 Dit vers laat iets uitkomen over God dat hem geliefd maakt: hij is trouw. Wie loyaal is aan hem, kan rekenen op zijn steun, vooral als hij met beproeving of verleiding te maken krijgt.

 ‘De beproevingen die jullie moeten doorstaan, maken andere mensen ook mee.’ a Iedereen die God aanbidt, kan in de verleiding komen iets te doen dat hij niet goedvindt. Zulke verleidingen of beproevingen kunnen het leven moeilijk maken. Maar ze zijn niet ongebruikelijk, want veel mensen krijgen ermee te maken. Aanbidders van God kunnen er daarom op vertrouwen dat ook zij zulke situaties aankunnen.

 ‘God is trouw.’ Jehovah b God is betrouwbaar. Hij heeft zich altijd gehouden aan zijn belofte om degenen die van hem houden en hem loyaal en gehoorzaam zijn nooit in de steek te laten (Deuteronomium 7:9; Psalm 9:10; 37:28). Daarom kun je het vertrouwen hebben dat hij ook de twee mooie beloften aan het eind van dit vers zal nakomen.

 ‘Hij zal niet toelaten dat je wordt beproefd boven wat je aankunt.’ Omdat God trouw is, laat hij nooit toe dat een beproeving zo zwaar wordt dat het onmogelijk te doorstaan is. Hij kent de grenzen van al zijn aanbidders en weet wat elk van hen aankan (Psalm 94:14).

 ‘Met de beproeving zal hij ook voor de uitweg zorgen, zodat je het kunt doorstaan.’ God kan een beproeving wegnemen of zijn aanbidders geven wat ze nodig hebben om het te doorstaan. Hij kan je bijvoorbeeld leiden met zijn heilige geest, troosten via de Bijbel of praktische hulp geven via geloofsgenoten (Johannes 14:26; 2 Korinthiërs 1:3, 4; Kolossenzen 4:11).

 Dit vers komt uit een brief die de apostel Paulus schreef aan de gemeente in Korinthe. In dit deel van de brief gebruikte hij de geschiedenis van Israël om de Korinthiërs te waarschuwen (1 Korinthiërs 10:11). Hij somt allerlei verleidingen op waarmee de Israëlieten werden geconfronteerd, zoals afgoderij en seksuele immoraliteit (1 Korinthiërs 10:6-10). Sommige Israëlieten waren daar niet tegen bestand. Paulus houdt christenen hun voorbeeld voor zodat ze niet overmoedig gaan denken dat ze zelf nooit voor verleiding zouden zwichten (1 Korinthiërs 10:12). Vervolgens spoort hij ze aan met de geruststellende woorden van 1 Korinthiërs 10:13. Wie trouw is aan God, kan elke beproeving en verleiding overwinnen.

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek 1 Korinthiërs.