‘Eer je vader en je moeder. Dan zul je lang leven in het land dat Jehovah, je God, je geeft’ (Exodus 20:12, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft’ (Exodus 20:12, Statenvertaling, 1977).

 God gaf de Israëlieten in de oudheid het gebod hun ouders te eren. Door aan dat gebod een belofte te koppelen, gaf hij een extra motivatie om het gebod te gehoorzamen. Hoewel Gods wet voor de Israëlieten, ook wel de wet van Mozes genoemd, niet langer bindend is, zijn Gods normen niet veranderd. De principes achter Gods wet gelden nog steeds en zijn daarom belangrijk voor christenen (Kolossenzen 3:20).

 Kinderen, of ze nu heel jong zijn of al wat ouder, eren hun ouders door ze te respecteren en ze te gehoorzamen (Leviticus 19:3; Spreuken 1:8). Ook als kinderen al volwassen zijn en zelf een gezin hebben, blijven ze liefdevolle aandacht voor hun ouders hebben. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat er goed wordt gezorgd voor hun ouders die al op leeftijd zijn en geven zelfs financiële steun als dat nodig is (Mattheüs 15:4-6; 1 Timotheüs 5:4, 8).

 Merk op dat Israëlitische kinderen zowel hun vader als hun moeder moesten eren, waarmee ze de belangrijke rol van de moeder in het gezin erkenden (Spreuken 6:20; 19:26). Dat is ook belangrijk voor kinderen in deze tijd.

 Er waren wel grenzen aan het gebod om je ouders te eren. Israëlitische kinderen hoefden hun ouders, of wie maar ook, niet te gehoorzamen als ze daarmee God ongehoorzaam zouden zijn (Deuteronomium 13:6-8). Ook in deze tijd moeten christenen ‘God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen’ (Handelingen 5:29).

 In de wet die God aan Israël gaf, beloofde hij dat kinderen die hun ouders eerden ‘lang zouden leven’ en dat ‘het goed met ze zou gaan’ in het land dat God ze had gegeven (Deuteronomium 5:16). Ze zouden niet de straf hoeven ondergaan die werd gegeven aan volwassen kinderen die Gods wet negeerden en tegen hun ouders in opstand kwamen (Deuteronomium 21:18-21). De principes achter die wetten zijn niet veranderd (Efeziërs 6:1-3). Welke leeftijd we ook hebben, we moeten rekenschap afleggen aan onze Schepper. Kinderen die God en hun ouders gehoorzamen, kunnen zeker zijn van zijn belofte dat ze een lang leven zullen hebben. Sterker nog, ze hebben de hoop op eeuwig leven (1 Timotheüs 4:8; 6:18, 19).

 Het is interessant op welke plek het gebod in Exodus 20:12 in de tien geboden staat (Exodus 20:1-17). De geboden ervóór gaan over de verplichtingen van de Israëlieten tegenover God, zoals het gebod dat ze alleen hem mochten aanbidden. De geboden erna gaan over hun verplichtingen tegenover hun medemens, zoals het gebod om je huwelijkspartner trouw te blijven en niet te stelen. Het gebod om ‘je vader en je moeder te eren’ wordt gezien als een verbinding tussen de twee soorten verplichtingen.