Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Johannes 3:16 — ‘Want Gods liefde voor de wereld was zo groot’

Johannes 3:16 — ‘Want Gods liefde voor de wereld was zo groot’

 ‘Want Gods liefde voor de wereld was zo groot dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, zodat iedereen die in hem gelooft niet vernietigd zal worden, maar eeuwig leven zal hebben’ (Johannes 3:16, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16, Herziene Statenvertaling).

Betekenis van Johannes 3:16

 God houdt van ons en wil dat we eeuwig leven. Om die reden heeft hij zijn Zoon, Jezus Christus, naar de aarde gestuurd. Tijdens zijn leven op aarde heeft Jezus veel bereikt. Om te beginnen leerde hij zijn volgelingen over zijn God en Vader (1 Petrus 1:3). Daarnaast gaf hij zijn leven voor de mensheid. Om eeuwig leven te krijgen, moeten we in Jezus geloven.

 De diepte van Gods liefde wordt tot uitdrukking gebracht in de woorden: ‘Hij heeft zijn eniggeboren a Zoon gegeven.’ Jezus is een unieke Zoon van God. In welk opzicht? Jezus is de enige die rechtstreeks door God werd geschapen (Kolossenzen 1:17). Hij is ‘de eerstgeborene van de hele schepping’ (Kolossenzen 1:15). Alle andere scheppingen, met inbegrip van de andere engelen, kwamen door middel van Jezus tot bestaan. Toch was Jehovah b God bereid zijn dierbaarste Zoon te sturen ‘om te dienen en zijn leven te geven als een losprijs in ruil voor velen’ (Mattheüs 20:28). Jezus onderging lijden en de dood om ons te bevrijden van de zonde en de dood, die we van de eerste mens, Adam, hebben geërfd (Romeinen 5:8, 12).

 In Jezus geloven houdt meer in dan ervan overtuigd zijn dat hij bestaat of erkennen wat hij voor ons heeft gedaan. We moeten bewijzen dat we in Gods Zoon geloven door hem te gehoorzamen en hem na te volgen (Mattheüs 7:24-27; 1 Petrus 2:21). De Bijbel zegt: ‘Hij die in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven. Hij die niet gehoorzaam is aan de Zoon, zal het leven niet zien’ (Johannes 3:36).

Context van Johannes 3:16

 Jezus sprak deze woorden tot een Joodse religieuze leider die Nikodemus heette (Johannes 3:1, 2). In dat gesprek onthulde Jezus details over het Koninkrijk van God c en over ‘opnieuw geboren’ worden (Johannes 3:3). Hij voorspelde hoe hij zou sterven. ‘De Mensenzoon moet opgeheven [aan een paal gehangen] worden, zodat iedereen die in hem gelooft, eeuwig leven zal hebben’ (Johannes 3:14, 15). Vervolgens benadrukte hij dat deze gelegenheid om eeuwig leven te krijgen mogelijk werd gemaakt door Gods grote liefde voor de mensheid. Jezus legde tot slot uit wat nodig is om eeuwig leven te krijgen: geloof tonen en dingen doen waar God blij mee is (Johannes 3:17-21).

a Het Griekse woord monogenes, vertaald met ‘eniggeboren’, is wel gedefinieerd als ‘de enige in zijn soort’, ‘de enige echte’, ‘de enige of het enige lid van een klasse of soort’, ‘uniek’. (Zie ook A Greek-English Lexicon of the New Testament and Other Early Christian Literature, blz. 658.)

b Jehovah is de persoonlijke naam van God (Psalm 83:18).

c Gods Koninkrijk, ook wel ‘het Koninkrijk van de hemel’ genoemd, is een regering in de hemel (Mattheüs 10:7; Openbaring 11:15). God heeft Jezus als Koning van dat Koninkrijk aangesteld. Gods Koninkrijk zal Gods voornemen voor de aarde realiseren (Daniël 2:44; Mattheüs 6:10). Zie voor meer details het artikel ‘Wat is het Koninkrijk van God?