Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Numeri 6:24-26 — ‘De HEERE zegene u en behoede u!’

Numeri 6:24-26 — ‘De HEERE zegene u en behoede u!’

 ‘Mag Jehovah je zegenen en je beschermen. Mag Jehovah het licht van zijn gelaat over je laten schijnen en mag hij je zijn gunst geven. Mag Jehovah met goedkeuring naar je kijken en je vrede geven’ (Numeri 6:24-26, Nieuwewereldvertaling).

 ‘De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!’ (Numeri 6:24-26, Herziene Statenvertaling)

Betekenis van Numeri 6:24-26

 Deze woorden worden ook wel de priesterzegen of de aäronitische zegen genoemd, naar de eerste hogepriester van Israël, Aäron (Exodus 28:1). De zegen komt van God zelf (Numeri 6:22, 23). Hij gaf Mozes de opdracht tegen Aäron en zijn zonen te zeggen: ‘Jullie moeten het volk Israël zegenen door tegen hen te zeggen: (…).’ Daarna sprak God de woorden uit vers 24 tot 26. Trouwe priesters volgden dat gebod op en eerden de naam van God, Jehovah. a In vers 27 wordt over de priesters gezegd: ‘En ze moeten mijn naam over het volk Israël uitspreken, zodat ik hen kan zegenen.’

 ‘Mag Jehovah je zegenen en je beschermen.’ Hoe zegent Jehovah zijn aanbidders? Hij beschermt ze, leidt ze en helpt ze gelukkig te zijn (Spreuken 10:22). Het is interessant dat in Numeri 6:24-26 elke keer het enkelvoudige ‘je’ wordt gebruikt. Dat kan erop wijzen dat God niet alleen het volk als geheel maar ook elke individuele Israëliet wilde zegenen.

 ‘Mag Jehovah het licht van zijn gelaat over je laten schijnen en mag hij je zijn gunst geven.’ Als je God vroeg om ‘zijn gelaat’ over iemand te ‘laten schijnen’, wilde je dat hij die persoon gunstig gezind zou zijn en zou goedkeuren. b Dit zinsdeel kan ook worden weergegeven als ‘mag Jehovah je toelachen’ of ‘mag Jehovah’s glimlach op je rusten’. Jehovah toont zijn gunst of goedheid door vriendelijk, meelevend en barmhartig te zijn voor zijn aanbidders (Jesaja 30:18).

 ‘Mag Jehovah met goedkeuring naar je kijken en je vrede geven.’ c De hier gebruikte uitdrukking, letterlijk ‘zijn gezicht verheffen naar’, laat uitkomen dat Jehovah liefdevol zijn aandacht op zijn aanbidders richt om ze vrede te geven. Volgens een naslagwerk duidt het Hebreeuwse woord voor vrede (sjalom) hier ‘niet simpelweg op de afwezigheid van conflicten maar op je goed en compleet voelen, zowel lichamelijk als geestelijk’.

 Om de zegeningen in deze verzen te ervaren moesten de Israëlieten gehoorzaam zijn aan Jehovah (Leviticus 26:3-6, 9). Zolang ze dat waren, hielp hij ze precies zoals hij had beloofd. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens de regering van trouwe koningen als Salomo en Hizkia (1 Koningen 4:20, 25; 2 Kronieken 31:9, 10).

 Hoewel van christenen niet wordt verwacht dat ze de woorden van de zegen opzeggen, kunnen ze vergelijkbare gedachten en gevoelens wel uiten als ze voor anderen bidden of hun geloofsgenoten bemoedigen (1 Thessalonicenzen 5:11, 25). Jehovah verandert nooit. Hij wil altijd zijn trouwe aanbidders zegenen en beschermen. Ware christenen kunnen vrede hebben omdat ze weten dat Jehovah met zijn goedkeurende glimlach naar ze kijkt.

Context van Numeri 6:24-26

 In de eerste tien hoofdstukken van Numeri staan de instructies die Jehovah de Israëlieten gaf toen ze onderweg naar het beloofde land hun kamp hadden opgeslagen bij de berg Sinaï. Terwijl ze daar ongeveer een jaar verbleven, organiseerde Jehovah ze tot een natie en gaf hij ze de wetten die deel uitmaakten van het Wetsverbond.

 Jehovah vertelde Mozes ook hoe Aäron en zijn zonen, die als priesters waren gekozen, de Israëlieten moesten zegenen (Numeri 6:22, 23). Vanaf dat moment begonnen Aäron en zijn nakomelingen de woorden in Numeri 6:24-26 te gebruiken om het volk te zegenen. Na verloop van tijd ontstond de traditie dat een priester aan het eind van de dag, na het laatste offer in de tempel, de zegen uitsprak.

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Numeri.

a Jehovah is de Nederlandse weergave van de Hebreeuwse naam van God. In het artikel ‘Wie is Jehovah?’ kun je lezen waarom veel Bijbelvertalingen in plaats van Gods persoonlijke naam de titel Heer gebruiken.

b In tegenstelling hiermee zegt de Bijbel dat Jehovah zijn gezicht voor de Israëlieten verborg als hij hun daden afkeurde (Jesaja 59:2; Micha 3:4).

c Volgens de NIV Study Bible wordt Gods naam in deze verzen herhaald voor de nadruk en geeft de herhaling gewicht aan wat in vers 27 wordt gezegd. Sommigen beweren dat de drie vermeldingen van Gods naam in dit gedeelte het denkbeeld van een drie-enige God ondersteunen. Maar dat is niet het geval. In een Bijbelcommentaar dat de Drie-eenheid ondersteunt wordt toegegeven dat het driemalige gebruik van Gods naam ‘onmogelijk zo opgevat zou zijn door de priester die de zegen uitsprak of de mensen die hem ontvingen. In hun ogen maakte de drievoudige herhaling de zegen alleen maar mooier en completer’ (The Pulpit Commentary, deel 2, blz. 52). Zie voor meer informatie het artikel ‘Is God een drie-eenheid?