Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Romeinen 10:13 — ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept’

Romeinen 10:13 — ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept’

 ‘Iedereen die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered’ (Romeinen 10:13, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered’ (Romeinen 10:13, De Nieuwe Bijbelvertaling).

Betekenis van Romeinen 10:13

 God is niet partijdig, en hij geeft alle mensen de mogelijkheid om gered te worden en eeuwig leven te krijgen, ongeacht hun nationaliteit, ras of sociale status. Maar daarvoor moet iemand wel de naam aanroepen van de Almachtige God, Jehovah a (Psalm 83:18).

 De Bijbelse uitdrukking ‘de naam van Jehovah aanroepen’ betekent meer dan gewoon weten wat Gods naam is en die bij de aanbidding gebruiken (Psalm 116:12-14). Het houdt ook in dat je op God vertrouwt en je voor hulp op hem verlaat (Psalm 20:7; 99:6).

 Gods naam was belangrijk voor Jezus Christus. Hij begon het Onzevader met: ‘Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden’, of heilig worden gemaakt (Mattheüs 6:9). Jezus liet ook zien dat we om eeuwig leven te krijgen de persoon achter die naam moeten kennen, gehoorzamen en liefhebben (Johannes 17:3, 6, 26).

 Waarom kunnen we concluderen dat met ‘de Heer’ in Romeinen 10:13 in De Nieuwe Bijbelvertaling Jehovah wordt bedoeld? Omdat het vers een aanhaling is uit Joël 2:32, waar in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst Gods naam staat, niet de titel ‘Heer’. b

Context van Romeinen 10:13

 In Romeinen hoofdstuk 10 wordt uitgelegd dat je alleen Gods goedkeuring kunt hebben als je in Jezus Christus gelooft (Romeinen 10:9). Om dat punt te ondersteunen, worden er verschillende aanhalingen gedaan uit wat bekendstaat als het Oude Testament. Iemand toont zijn geloof door een ‘openbare bekendmaking’ te doen, wat onder andere inhoudt dat hij het goede nieuws over redding bekendmaakt, waardoor anderen de kans krijgen om het geloof te ontwikkelen dat tot eeuwig leven leidt (Romeinen 10:10, 14, 15, 17).

Lees Romeinen hoofdstuk 10 met verklarende voetnoten en kruisverwijzingen.

a Gods naam komt zo’n 7000 keer voor in oude Bijbelmanuscripten. In het Hebreeuws wordt Gods naam weergegeven met vier letters, ook wel het Tetragrammaton genoemd. De naam wordt in het Nederlands vaak weergegeven als ‘Jehovah’, hoewel sommige Bijbelgeleerden de voorkeur geven aan ‘Jahweh’.

b Het is waarschijnlijk dat christelijke Bijbelschrijvers Gods naam gebruikten als ze uit het ‘Oude Testament’ gedeelten citeerden waarin die naam voorkwam. The Anchor Bible Dictionary zegt: ‘Er zijn aanwijzingen dat het Tetragrammaton, Gods Naam, Jahweh, in enkele of alle citaten uit het O[ude] T[estament] in het N[ieuwe] T[estament] stond toen de N.T.-documenten voor het eerst werden geschreven’ (Deel 6, blz. 392). Zie voor meer informatie Appendix A5 ‘Gods naam in de christelijke Griekse Geschriften’ in de studie-uitgave van de Nieuwewereldvertaling.