Is er nog hoop?
Het antwoord uit de Bijbel
Volgens de Bijbel wil God ons ‘een toekomst en een hoop’ a geven (Jeremia 29:11). Daarom heeft hij ons ook de Bijbel gegeven, zodat we ‘door de troost uit de Schrift hoop krijgen’ (Romeinen 15:4). In de Bijbel staan hoopgevende adviezen voor de problemen van vandaag maar ook hoopvolle beloften voor de toekomst.
Hoe kan de Bijbel je helpen hoopvol te zijn?
In de Bijbel staan praktische stappen om je leven te verbeteren, zodat je hoopvol of positief gestemd bent. Hier volgen een paar voorbeelden.
Volg de adviezen in de Bijbel op. In Psalm 119:105 staat: ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ Met het licht van bijvoorbeeld een zaklamp kun je twee dingen doen. Je kunt het pad direct vóór je verlichten, maar je kunt er ook mee in de verte kijken. Hetzelfde geldt voor de principes in de Bijbel. Ze helpen je goed om te gaan met de problemen die op je pad komen, zodat je hoopvol en optimistisch gestemd bent. Wat in de Bijbel staat kan je weer kracht geven en ‘het hart blij maken’ (Psalm 19:7, 8). Tegelijkertijd werpt de Bijbel licht op de prachtige toekomst die God in gedachten heeft voor de mensheid en de aarde. Die hoop kan ons echte en blijvende vreugde geven.
Sta toe dat anderen helpen. Als een situatie hopeloos lijkt, kun je geneigd zijn familie en vrienden uit de weg te gaan. Volgens de Bijbel is dat niet verstandig, omdat je dan heel goed iets stoms zou kunnen besluiten of doen (Spreuken 18:1). Familie of vrienden kunnen juist een stabiliserende invloed hebben. En ze kunnen in een moeilijke situatie nuttige suggesties geven (Spreuken 11:14). Op zijn minst kunnen ze je troosten en opvrolijken, zodat je kunt volhouden tot de situatie verbetert (Spreuken 12:25).
Bid tot Jehovah b God. In de Bijbel staat: ‘Leg je last neer bij Jehovah en hij zal je steunen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige ten val komt’ (Psalm 55:22). Jehovah wordt niet voor niks ‘de God die hoop geeft’ genoemd (Romeinen 15:13). Je kunt tot hem bidden over ‘al je zorgen’, want je kunt ervan op aan dat hij om je geeft (1 Petrus 5:7). In de Bijbel staat: ‘Hij zal je standvastig maken, hij zal je sterk maken, hij zal je een stevig fundament geven’ (1 Petrus 5:10).
Laat tegenspoed je hoop sterker maken. In de Bijbel belooft God: ‘Wie naar mij luistert, zal zich veilig voelen en niet gekweld worden door angst voor tegenspoed’ (Spreuken 1:33). Margaret uit Australië verloor heel veel toen haar huis door een cycloon werd getroffen. Maar ze liet zich niet uit het veld slaan en haalde er een goede les uit: materiële bezittingen kun je zomaar kwijtraken. Ze besloot zich vanaf dat moment nog meer te richten op wat er echt toe doet: familie en vrienden, haar band met God en de hoop in de Bijbel (Psalm 37:34; Jakobus 4:8).
Welke hoop biedt de Bijbel voor alle mensen?
De Bijbel schetst een prachtig toekomstbeeld voor mensen op aarde. En die toekomst is heel dichtbij. De problemen waar de mensheid nu voor staat tonen aan dat we in ‘de laatste dagen’ van deze wereld leven (2 Timotheüs 3:1-5). Binnenkort gaat God de macht op aarde overnemen en een eind maken aan alle onrecht en ellende. Hij laat dat doen door een wereldregering die Gods Koninkrijk wordt genoemd (Daniël 2:44; Openbaring 11:15). Jezus had het over die hemelse regering toen hij in het Onzevader bad: ‘Laat uw Koninkrijk komen. Laat uw wil gedaan worden op aarde’ (Mattheüs 6:9, 10).
In de Bijbel staat duidelijk wat Gods wil is voor mensen. Wat zal Gods Koninkrijk onder andere tot stand brengen?
Geen honger meer. ‘De aarde zal haar opbrengst geven’ (Psalm 67:6).
Geen ziekte meer. ‘Geen inwoner zal zeggen: “Ik ben ziek”’ (Jesaja 33:24).
Geen dood meer. God ‘zal elke traan uit hun ogen wissen. De dood zal er niet meer zijn. Er zal geen rouw, geen gehuil en geen pijn meer zijn. De dingen van vroeger zijn voorbij’ (Openbaring 21:3, 4).
a Als je iets hoopt, heb je de wens en verwachting dat iets gebeurt dat je graag wilt. Het kan ook iemand of iets zijn waarop je je hoop of verwachting hebt gevestigd.
b Jehovah is volgens de Bijbel de naam van God (Psalm 83:18).