Waarom heeft de Holocaust plaatsgevonden? Waarom greep God niet in?
Velen die zich dat hebben afgevraagd, hebben heel veel dierbaren verloren en zoeken niet alleen antwoorden, maar ook enige troost. Anderen zien de Holocaust als het toppunt van menselijk kwaad en vinden het daarom moeilijk om in God te geloven.
Veelvoorkomende misvattingen over God en de Holocaust
Fabel: Het is verkeerd om te vragen waarom God de Holocaust heeft toegelaten.
Feit: Zelfs mensen met een groot geloof hebben weleens aan God gevraagd waarom hij kwaad toeliet. De profeet Habakuk vroeg bijvoorbeeld aan God: „Hoe kunt u zelf dat onrecht aanzien! Er heerst twist en verdeeldheid, onderdrukking en geweld, overal om mij heen” (Habakuk 1:3, Groot Nieuws Bijbel). God werd niet boos op Habakuk, maar liet de vragen in de Bijbel optekenen zodat iedereen ze kon lezen.
Fabel: Het maakt God niets uit dat mensen ellende doormaken.
Feit: God haat slechtheid en het lijden dat erdoor wordt veroorzaakt (Spreuken 6:16-19). In Noachs tijd voelde God zich „diep gekwetst” door het toenemende geweld op aarde (Genesis 6:5, 6, GNB). God is niet veranderd; hij denkt niet anders over dingen die in deze tijd gebeuren (Maleachi 3:6). Ook de Holocaust zal God ongetwijfeld verschrikkelijk veel pijn hebben gedaan.
Fabel: De Holocaust was Gods manier om de Joden te straffen.
Feit: In de eerste eeuw stond God toe dat de Romeinen Jeruzalem verwoestten (Mattheüs 23:37–24:2). Maar daarna heeft God nooit meer een etnische groep uitgekozen die voor speciale voorrechten in aanmerking kwam of die straf moest ondergaan. Voor God is er „geen onderscheid tussen Joden en andere volken” (Romeinen 10:12, GNB).
Fabel: Als er een liefdevolle en almachtige God bestond, zou hij de Holocaust hebben voorkomen.
Feit: Hoewel God nooit lijden veroorzaakt, laat hij het soms wel tijdelijk toe (Jakobus 1:13; 5:11).
Waarom heeft God de Holocaust toegelaten?
God heeft de Holocaust om dezelfde reden toegelaten als waarom hij menselijk lijden in het algemeen heeft toegelaten: om morele vraagstukken op te lossen die lang geleden zijn gerezen. De Bijbel toont duidelijk aan dat de wereld op dit moment niet wordt bestuurd door God, maar door de Duivel (Lukas 4:1, 2, 6; Johannes 12:31). De volgende twee punten uit de Bijbel kunnen verklaren waarom God de Holocaust heeft toegelaten.
God heeft mensen geschapen met een vrije wil. Hij heeft de eerste mensen, Adam en Eva, verteld wat hij van ze verwachtte, maar hij dwong ze niet tot gehoorzaamheid. Ze kozen ervoor zelf te bepalen wat goed en slecht was. Hun verkeerde keus en soortgelijke keuzes van mensen door de eeuwen heen hebben verschrikkelijke gevolgen voor de mensheid gehad (Genesis 2:17; 3:6; Romeinen 5:12). Het is zoals het boek Statement of Principles of Conservative Judaism zegt: „Veel van het lijden in de wereld is het directe gevolg van het misbruiken van de vrije wil die ons geschonken is.” God heeft onze vrije wil niet afgenomen, maar mensen de tijd gegeven om te proberen onafhankelijk van hem te leven.
God kan en zal alle schade van de Holocaust ongedaan maken. God belooft dat hij miljoenen mensen die gestorven zijn, inclusief de slachtoffers van de Holocaust, weer tot leven zal brengen. Hij zal ook de afschuwelijke en pijnlijke herinneringen van overlevenden wegnemen (Jesaja 65:17; Handelingen 24:15). Gods liefde voor de mens vormt een garantie dat hij deze beloften zal waarmaken (Johannes 3:16).
Veel slachtoffers en overlevenden van de Holocaust zijn in staat geweest om hun geloof te behouden en een doel in het leven te vinden doordat ze begrepen waarom God lijden heeft toegelaten en hoe hij de gevolgen ervan ongedaan zal maken.