Wie of wat is het Woord van God?
Het antwoord uit de Bijbel
De uitdrukking ‘het woord van God’ duidt meestal op een of meerdere boodschappen van God (Lukas 11:28). Soms wordt ‘Het Woord van God’ of ‘het Woord’ als persoonlijke titel gebruikt (Openbaring 19:13; Johannes 1:14).
Een boodschap van God. De profeten zeiden vaak dat de boodschappen die ze bekendmaakten Gods woord waren. Jeremia bijvoorbeeld begon zijn profetische boodschappen met de uitdrukking ‘het woord van Jehovah dan kwam tot mij’ (Jeremia 1:4, 11, 13; 2:1). Voordat de profeet Samuël Saul vertelde dat hij door God als koning was gekozen, zei hij: ‘Blijf zelf nu staan, opdat ik u het woord van God kan doen horen’ (1 Samuël 9:27).
Een persoonlijke titel. ‘Het Woord’ is ook een titel die gegeven wordt aan Jezus Christus. Hij werd zo genoemd tijdens zijn voormenselijke bestaan, tijdens zijn leven als mens op aarde en nadat hij naar de hemel was teruggekeerd. Hoe komen we tot die conclusie?
Het Woord leefde vóór elke andere schepping. ‘In het begin was het Woord (...). Deze was in het begin bij God’ (Johannes 1:1, 2). Jezus is ‘de eerstgeborene van heel de schepping; Ook is hij vóór alle andere dingen’ (Kolossenzen 1:13-15, 17).
Het Woord kwam als mens naar de aarde. ‘Het Woord nu is vlees geworden en heeft onder ons verblijf gehouden’ (Johannes 1:14). Jezus ‘heeft zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden’ (Filippenzen 2:5-7).
Het Woord is Gods Zoon. Nadat de apostel Johannes zei dat het Woord vlees geworden was, zei hij verder: ‘Wij hebben zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid zoals die van een eniggeboren zoon van een vader’ (Johannes 1:14). Ook schreef hij: ‘Jezus Christus is de Zoon van God’ (1 Johannes 4:15).
Het Woord heeft goddelijke eigenschappen. ‘Het Woord was een god’ (Johannes 1:1). Jezus ‘is de weerspiegeling van zijn [Gods] heerlijkheid en de nauwkeurige afdruk van zijn wezen’ (Hebreeën 1:2, 3).
Het Woord regeert als koning. De Bijbel zegt dat het Woord van God op zijn hoofd ‘vele diademen’ draagt, een symbool van koninklijke waardigheid (Openbaring 19:12, 13). Het Woord krijgt ook de naam ‘Koning der koningen en Heer der heren’ (Openbaring 19:16). Jezus wordt ‘de Koning van hen die als koningen regeren en Heer van hen die als heren regeren’ genoemd (1 Timotheüs 6:14, 15).
Het Woord dient als Gods woordvoerder. De titel ‘het Woord’ betekent kennelijk dat degene die die titel draagt, door God wordt gebruikt om informatie en instructies over te brengen. Jezus zei dat hij die taak had: ‘De Vader, die mij heeft gezonden, heeft mij zelf een gebod gegeven met betrekking tot wat ik zeggen en wat ik spreken moet. (...) De dingen die ik daarom spreek, spreek ik zoals de Vader ze mij heeft gezegd’ (Johannes 12:49, 50).