Jesaja 58:1-14

  • Oprecht en onoprecht vasten (1-12)

  • Sabbat houden een grote vreugde (13, 14)

58  ‘Roep luidkeels, houd je niet in! Laat je stem klinken als een hoorn. Maak aan mijn volk bekend hoe opstandig ze zijn,+vertel aan het huis van Jakob hun zonden.   Dag in dag uit zoeken ze me,ze zeggen dat ze graag mijn wegen willen kennen,alsof ze een volk zijn dat rechtvaardig leeft,dat zich niet heeft afgekeerd van de gerechtigheid van hun God.+ Ze vragen me om rechtvaardige oordelenin het verlangen dichter bij God te komen:+   “Waarom ziet u het niet als we vasten?+ En waarom merkt u het niet op als we onszelf* kwellen?”+ Omdat jullie op de dag dat jullie vasten alleen oog hebben voor je eigen belangen*en omdat jullie je arbeiders onderdrukken.+   Je vasten eindigt in ruzies en conflicten,vol slechtheid gaan jullie op de vuist. Je kunt niet vasten zoals jullie nu doen en verwachten dat je stem in de hemel wordt gehoord.   Zou dat het vasten zijn dat ik wil,een dag waarop iemand zichzelf* kwelt,zijn hoofd buigt als een bies,en zak en as tot zijn bed maakt? Noem je dat vasten en een dag waar Jehovah blij mee is?   Nee, dit is het vasten dat ik wil:verwijder de ketens van slechtheid,maak de banden van het juk los,+laat de onderdrukten vrij+en breek elk juk in tweeën.   En: deel je brood met iemand die honger heeft,+haal de arme en dakloze in huis,geef iemand kleding als je hem naakt aantreft+en keer je eigen vlees en bloed niet de rug toe.   Dan zal je licht doorbreken als de dageraad+en zal je genezing snel komen. Je rechtvaardigheid zal voor je uit gaanen de glorie van Jehovah zal je achterhoede vormen.+   Dan zul je roepen en Jehovah zal antwoorden. Je zult om hulp schreeuwen en hij zal zeggen: “Hier ben ik!” Als je het juk uit jullie midden wegdoet,niet meer met de vinger wijst en stopt met boosaardig gepraat,+ 10  als je iemand die honger heeft geeft waar je zelf* naar verlangt+en voorziet in de behoeften van degenen* die het moeilijk hebben,dan zal zelfs in het donker je licht schijnenen zal je duisternis als klaarlichte dag zijn.+ 11  Jehovah zal je altijd leidenen je* zelfs in een dor land verzadigen.+ Hij zal je botten kracht gevenen je zult als een waterrijke tuin worden,+als een bron die nooit opdroogt. 12  Ter wille van jou zullen oude ruïnes herbouwd worden+en je zult de fundamenten van vroegere generaties herstellen.+ Herbouwer van verwoeste muren*+ zul je worden genoemden hersteller van wegen om aan te wonen. 13  Als je er vanwege de sabbat van afziet* je eigen belangen* na te streven op mijn heilige dag,+als je de sabbat een grote vreugde noemt, een heilige dag van Jehovah, een dag die eer verdient,+als je er eer aan geeft en niet je eigen belangen nastreeft of zinloze woorden spreekt, 14  dan zul je grote vreugde vinden in Jehovahen zal ik je over de hoogten van de aarde laten rijden.+ Ik zal je laten eten* van het erfdeel van je voorvader Jakob,+want Jehovah’s mond heeft gesproken.’

Voetnoten

Of ‘onze ziel’.
Of ‘plezier’.
Of ‘zijn ziel’.
Of ‘de zielen’.
Of ‘je eigen ziel’.
Of ‘je ziel’.
Lett.: ‘de bres’.
Lett.: ‘je voet omkeert’.
Of ‘plezier’.
Of ‘genieten’.