Spreuken 13:1-25

  • Wie advies inwint is wijs (10)

  • Uitgestelde hoop maakt hart ziek (12)

  • Betrouwbare afgezant brengt genezing (17)

  • Wie met wijzen omgaat wordt wijs (20)

  • Correctie uiting van liefde (24)

13  Een wijze zoon aanvaardt de correctie* van zijn vader,+maar de spotter luistert niet naar een terechtwijzing.+   De vrucht van zijn woorden* verzadigt een mens met het goede,+maar het verlangen* van de onbetrouwbare gaat uit naar geweld.   Wie zijn mond* bewaakt beschermt zijn leven,*+maar wie zijn lippen wijd opent gaat ten onder.+   Een lui mens verlangt wel maar hij* heeft niets,+maar een ijverig persoon* krijgt meer dan genoeg.*+   De rechtvaardige haat leugens,+maar de daden van slechte mensen brengen smaad en schande.   Rechtvaardigheid beschermt de onschuldige op zijn weg,+maar aan slechtheid gaat de zondaar ten onder.   De een doet zich rijk voor maar heeft niets.+ De ander doet zich arm voor maar is schatrijk.   De rijkdom van een mens is de losprijs voor zijn leven,*+maar de armen worden niet eens bedreigd.*+   Het licht van de rechtvaardigen schijnt helder,*+maar de lamp van slechte mensen wordt uitgedoofd.+ 10  Hoogmoed leidt alleen maar tot ruzie.+ Wijsheid is bij hen die advies inwinnen.*+ 11  Snel verdiende rijkdom* is zo verdwenen,+maar rijkdom die je langzaam opbouwt* blijft groeien. 12  Uitgestelde verwachting* maakt het hart ziek,+maar een vervuld verlangen is een levensboom.+ 13  Wie instructie* veracht moet daarvoor boeten,+maar wie het gebod respecteert wordt beloond.+ 14  Het onderwijs* van de wijze is een bron van leven,+het houdt je weg van de strikken van de dood. 15  Goed inzicht wint gunst,maar de weg van de onbetrouwbare is hard. 16  Een verstandig mens handelt met kennis,+maar de dwaas onthult zijn eigen dwaasheid.+ 17  Een goddeloze boodschapper komt in de problemen,+maar een betrouwbare afgezant brengt genezing.+ 18  Wie correctie negeert vervalt tot armoede en schande,maar wie correctie* aanneemt krijgt eer.+ 19  Een vervuld verlangen is aangenaam voor een mens*+en het kwaad vermijden is voor dwazen afschuwelijk.+ 20  Wie met wijzen omgaat* wordt wijs,+maar wie zich met dwazen inlaat zal het slecht vergaan.+ 21  Tegenspoed achtervolgt zondaars,+maar voorspoed is de beloning van de rechtvaardigen.+ 22  Een goed mens laat een erfenis na aan zijn kleinkinderen,maar de zondaar spaart zijn rijkdom op voor de rechtvaardige.+ 23  Het geploegde land van de arme levert veel voedsel op,maar onrecht kan het* wegvagen. 24  Wie zijn zoon de stok* bespaart, haat hem,+maar wie van hem houdt, laat niet na hem te corrigeren.*+ 25  De rechtvaardige eet en raakt verzadigd,*+maar de buik van de goddelozen is leeg.+

Voetnoten

Lett.: ‘mond’.
Of ‘de ziel’.
Of ‘wat hij zegt’.
Of ‘ziel’.
Of ‘zijn ziel’.
Of ‘de ziel van de ijverige’.
Lett.: ‘zal vet worden gemaakt’.
Of ‘ziel’.
Lett.: ‘horen geen bestraffing’.
Lett.: ‘verheugt zich’.
Of ‘samen beraadslagen’.
Lett.: ‘met de hand verzamelt’.
Of ‘rijkdom uit ijdelheid’.
Of ‘hoop’.
Of ‘het woord’.
Of ‘de wet’.
Of ‘terechtwijzing’.
Of ‘ziel’.
Lett.: ‘wandelt’.
Of ‘hem’.
Of ‘roede’, ‘correctie’, ‘straf’.
Of mogelijk ‘corrigeert hem meteen’.
Of ‘en zijn ziel raakt verzadigd’.