Jesaja 28:1-29

  • Wee Efraïms dronkaards! (1-6)

  • Juda’s priesters en profeten zwalken rond (7-13)

  • ‘Verbond met de Dood’ (14-22)

    • Kostbare hoeksteen in Sion (16)

    • Jehovah’s ongewone werk (21)

  • Jehovah’s wijze correctie geïllustreerd (23-29)

28  Wee de opzichtige* kroon* van de dronkaards van Efraïm+en de verwelkende bloesem van zijn schitterende sieraad,dat rust op het hoofd van het vruchtbare dal van hen die door de wijn zijn bedwelmd!   Jehovah beschikt over iemand die sterk en krachtig is. Als een hevige hagelbui, een vernielende storm,als een onweersbui die alles wegspoelt,zal hij het met kracht tegen de grond gooien.   De opzichtige kronen van de dronkaards van Efraïmzullen onder de voet gelopen worden.+   En de verwelkende bloem van zijn schitterende sieraad,dat rust op het hoofd van het vruchtbare dal,zal worden als de vroege vijg vóór de zomer. Als iemand die ziet, eet hij die meteen op, zo uit de hand.  Op die dag wordt Jehovah van de legermachten een schitterende kroon en een prachtige krans voor degenen van zijn volk die overgebleven zijn.+  Voor degene die rechtspreekt wordt hij een geest van gerechtigheid en voor degenen die de aanval afweren bij de poort,+ een bron van kracht.   En ook zij dwalen af vanwege de wijn,ze zwalken rond door de drank. Priester en profeet dwalen af vanwege de alcohol,ze zijn in de war door de wijnen door de drank lopen ze waggelend rond. Ze dwalen af door hun visioenenen ze gaan onderuit bij hun oordelen.+   Hun tafels zijn bedekt met walgelijk braaksel— het zit overal.   Aan wie zal kennis gegeven wordenen aan wie zal de boodschap uitgelegd worden? Aan degenen die net van de moedermelk af zijn,die net van de borst zijn gehaald? 10  Want het is ‘gebod na gebod, gebod na gebod,regel na regel, regel na regel,*+hier een beetje, daar een beetje’. 11  Daarom zal hij tot dit volk spreken met een vreemde taal en via degenen die stamelend praten.*+ 12  Hij zei ooit tegen hen: ‘Dit is de rustplaats. Laat wie vermoeid is uitrusten. Dit is de plaats om op adem te komen.’ Maar ze wilden niet luisteren.+ 13  Daarom zal het woord van Jehovah voor hen zijn: ‘Gebod na gebod, gebod na gebod,regel na regel, regel na regel,+hier een beetje, daar een beetje.’ Hierdoor komt het dat als ze op weg gaan,ze zullen struikelen en achterover zullen vallen. Ze raken gewond, verstrikt en worden gevangen.+ 14  Hoor daarom het woord van Jehovah, jullie opscheppers,jullie heersers van dit volk in Jeruzalem, 15  want jullie zeggen: ‘We hebben een verbond gesloten met de Dood,+met het Graf* zijn we een overeenkomst aangegaan.* Als de kolkende stortvloed voorbijkomt,zal die ons niet treffen,want we houden ons schuil in een leugenen we verbergen ons in bedrog.’+ 16  De Soevereine Heer Jehovah zegt daarom: ‘Kijk! Ik leg in Sion een beproefde steen als fundament,+de kostbare hoeksteen+ van een stevig fundament.+ Wie gelooft, zal nooit in paniek raken.+ 17  Ik zal het recht gebruiken als meetlint+en rechtvaardigheid als schietlood.*+ De hagel zal de toevlucht van leugens wegvagenen het water zal de schuilplaats wegspoelen. 18  Jullie verbond met de Dood zal verbroken wordenen jullie overeenkomst met het Graf* zal niet standhouden.+ Als de kolkende stortvloed voorbijkomt,zullen jullie erdoor bedolven worden. 19  Zo vaak als hij voorbijkomt,zal hij jullie wegspoelen.+ Morgen na morgen zal hij voorbijkomen,dag en nacht. Alleen door angst zullen ze begrijpen wat ze hebben gehoord.’* 20  Want het bed is te kort om je erop uit te strekkenen het geweven laken is te smal om je erin te wikkelen. 21  Want Jehovah zal opstaan zoals bij de berg Pe̱razim,en hij zal in actie komen zoals in het dal* bij Gi̱beon,+om zijn taak uit te voeren — een vreemde taak —en om zijn werk te doen — een ongewoon werk.+ 22  Houd dus op met spotten,+zodat jullie boeien niet strakker worden aangetrokken,want ik heb gehoord van de Soevereine Heer, Jehovah van de legermachten,dat er besloten is het hele land* te vernietigen.+ 23  Luister goed naar mijn stem,let op en hoor wat ik te zeggen heb. 24  Ploegt een boer de hele dag voordat hij zaad zaait? Blijft hij de grond losmaken en eggen?+ 25  Nadat hij het oppervlak geëffend heeft,zaait hij toch komijn en strooit hij zwarte komijn,en zaait hij tarwe, gierst en gerst op hun pleken spelt+ langs de randen? 26  Want Hij onderwijst hem de juiste manier.* Zijn God onderricht hem.+ 27  Want zwarte komijn wordt niet met een dorsslede geplet+en men rolt geen wagenwiel over komijn. Zwarte komijn wordt juist uitgeklopt met een stoken komijn met een staf. 28  Plet iemand koren voor brood? Nee, hij blijft het niet eindeloos dorsen.+ En hoewel hij het wagenwiel eroverheen rolt met zijn paarden,plet hij het niet.+ 29  Ook dat komt van Jehovah van de legermachten. Zijn raad* is wonderbaarlijk,hij heeft geweldige dingen gedaan.*+

Voetnoten

Of ‘hoogmoedige’, ‘trotse’.
Blijkbaar de hoofdstad, Samaria.
Of ‘meetsnoer op meetsnoer, meetsnoer op meetsnoer’.
Of ‘met stamelende lippen’.
Of ‘Sjeool’, het collectieve graf van de mensheid. Zie Woordenlijst.
Of mogelijk ‘hebben we een visioen tot stand gebracht’.
Of ‘waterpas’.
Of ‘Sjeool’, het collectieve graf van de mensheid. Zie Woordenlijst.
Of mogelijk ‘als ze het begrijpen zullen ze alleen maar angst voelen’.
Of ‘de laagvlakte’.
Of ‘de hele aarde’.
Of ‘corrigeert (straft) hem op de juiste manier’.
Of ‘voornemen’.
Of ‘zijn praktische wijsheid is groot’.