Jesaja 29:1-24
29 ‘Wee A̱riël,* A̱riël, de stad waar David zijn kamp opsloeg!+
Laat jaar na jaar voorbijgaan,laat de kringloop van feesten+ doorgaan.
2 Maar ik zal ellende brengen over A̱riël,+er zal gerouwd en gejammerd worden.+
Ze zal voor mij worden als de vuurhaard van Gods altaar.+
3 Ik zal je aan alle kanten belegeren,ik zal je insluiten met een palissadeen belegeringswerktuigen tegen je opstellen.+
4 Je zult ten val worden gebracht.
Vanaf de grond zul je sprekenen wat je zegt zal in het stof gedempt worden.
Je stem zal uit de grond komen+zoals de stem van een medium,en je woorden zullen fluisterend* klinken vanuit het stof.
5 Je horden vijanden* zullen als fijn stof worden,+de horden tirannen als kaf dat wegwaait.+
Het zal plotseling gebeuren, onverwacht.+
6 Jehovah van de legermachten zal je te hulp komenmet donder, aardbevingen en veel lawaai,met stormwind, orkanen en de vlammen van een verterend vuur.’+
7 Dan zullen de horden van alle volken die oorlog voeren tegen A̱riël+— iedereen die tegen haar strijdt,de stormtorens die tegen haar zijn opgestelden degenen die ellende over haar brengen —als een droom worden, als een visioen in de nacht.
8 Het zal zijn als iemand die honger heeft en droomt dat hij eetmaar hongerig* wakker wordt,en als iemand die dorst heeft en droomt dat hij drinktmaar moe en dorstig* wakker wordt.
Dat zal gebeuren met de horden van alle volkendie oorlog voeren tegen de berg Sion.+
9 Wees verbijsterd en verbaasd,+wees blind zodat je niets kunt zien.+
Ze zijn dronken, maar niet van de wijn,ze zwalken, maar niet door de drank.
10 Want Jehovah heeft een geest van diepe slaap over jullie uitgestort.+
Hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten+en hij heeft jullie hoofden, de visionairs, bedekt.+
11 Elk visioen wordt voor jullie als de woorden van een verzegeld boek.+ Wanneer men het aan iemand geeft die kan lezen en zegt: ‘Lees dit alsjeblieft voor’, zal hij zeggen: ‘Dat kan ik niet, want het is verzegeld.’
12 En als men het boek aan iemand geeft die niet kan lezen en zegt: ‘Lees dit alsjeblieft’, zal hij zeggen: ‘Maar ik kan niet lezen.’
13 Jehovah zegt: ‘Dit volk nadert mij met hun monden ze eren mij met hun lippen,+maar hun hart is ver van mij.
Hun ontzag voor mij is gebaseerd op de voorschriften van mensen, die hun zijn aangeleerd.+
14 Daarom ben ik degene die opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen met dit volk,+het ene wonder na het andere.
De wijsheid van hun wijzen zal vergaanen het verstand van hun verstandige mannen zal verborgen worden.’+
15 Wee hun die er alles aan doen om hun plannen* verborgen te houden voor Jehovah.+
Hun daden vinden plaats in het donker,terwijl ze zeggen: ‘Wie ziet ons?
Wie weet wat we doen?’+
16 Jullie verdraaien dingen!*
Moet de pottenbakker gelijkgesteld worden aan de klei?+
Moet het maaksel over zijn maker zeggen:
‘Hij heeft me niet gemaakt’?+
En moet wat gevormd is zeggen over degene die het gevormd heeft:
‘Hij heeft er geen verstand van’?+
17 Nog maar even en de Libanon zal in een boomgaard veranderd worden+en de boomgaard zal worden bezien als een woud.+
18 Op die dag zullen de doven de woorden van het boek horen,en bevrijd uit het donker en de duisternis zullen de ogen van de blinden zien.+
19 Zachtmoedige mensen zullen veel vreugde vinden in Jehovah,en arme mensen zullen blij zijn over de Heilige van Israël.+
20 Want de tiran zal verdwijnen,de opschepper komt aan zijn eind.
Iedereen die eropuit is kwaad te doen, wordt vernietigd:+
21 wie anderen vals beschuldigt,wie de verdediger* in de poort in de val wil laten lopen+en wie de rechtvaardige met loze argumenten het recht ontzegt.+
22 Daarom zegt Jehovah, die Abraham heeft verlost,+ tegen het huis van Jakob:
‘Jakob zal zich niet meer schamenen zijn gezicht zal niet meer verbleken.*+
23 Want wanneer hij zijn kinderen ziet,het werk van mijn handen, in zijn midden,+zullen ze mijn naam heiligen.
Ze zullen de Heilige van Jakob heiligenen ze zullen ontzag hebben voor de God van Israël.+
24 Degenen die opstandig van geest zijn, zullen verstandig worden,en degenen die klagen, zullen zich laten onderwijzen.’
Voetnoten
^ Bet. mogelijk: ‘de vuurhaard van Gods altaar’. Blijkbaar gaat het om Jeruzalem.
^ Of ‘piepend’.
^ Lett.: ‘vreemden’.
^ Of ‘met een lege ziel’.
^ Of ‘en met een uitgedroogde ziel’.
^ Of ‘raad’.
^ Of ‘wat verkeerd van jullie!’
^ Lett.: ‘degene die terechtwijst’.
^ D.w.z. van schaamte en teleurstelling.