Prediker 11:1-10

  • Gelegenheden aangrijpen (1-8)

    • Brood uitwerpen over water (1)

    • Zaad zaaien van morgen tot avond (6)

  • Verantwoord genieten van jeugd (9, 10)

11  Werp* je brood uit over het water,+ want je vindt het na veel dagen weer terug.+  Geef een deel aan zeven of zelfs aan acht,+ want je weet niet wat voor ramp er op aarde gebeuren zal.  Als de wolken vol water zijn, zal het regenen op de aarde. En of een boom nu naar het zuiden valt of naar het noorden, op de plaats waar de boom valt, daar zal hij liggen.  Wie op de wind let zal niet zaaien en wie naar de wolken kijkt zal niet oogsten.+  Net zoals je niet weet hoe de geest werkt in het gebeente van het kind in de buik* van een zwangere vrouw,+ zo weet je niet wat het werk is van de ware God, die alle dingen doet.+  Zaai je zaad in de morgen en laat tot de avond je hand niet rusten,+ want je weet niet wat succes zal hebben, het een of het ander, of allebei.  Het licht is aangenaam en het doet de ogen goed de zon te zien.  Al leeft een mens vele jaren, laat hij genieten van elke dag.+ Maar hij moet bedenken dat er misschien nog veel donkere dagen komen. Alles wat nog komt is zinloos.+  Geniet, jonge man, zolang je nog jong bent, en laat je hart blij zijn in de dagen van je jeugd. Volg de wegen van je hart en ga waar je ogen je naartoe leiden. Maar weet dat de ware God je voor dat alles ter verantwoording zal roepen.*+ 10  Verwijder daarom zorgen uit je hart en houd schadelijke dingen bij je lichaam* vandaan, want jeugd en de bloei van het leven zijn zinloos.+

Voetnoten

Of ‘zend’.
Lett.: ‘de botten in de schoot’.
Of ‘je aan zijn oordeel onderwerpt’.
Lett.: ‘vlees’.