Spreuken 10:1-32

  • Wijze zoon maakt vader blij (1)

  • IJverige handen maken rijk (4)

  • Bij veel woorden fout onvermijdelijk (19)

  • Zegen van Jehovah maakt rijk (22)

  • Ontzag voor Jehovah verlengt leven (27)

10  Spreuken van Salomo.+ Een wijze zoon maakt zijn vader blij,+een dwaze zoon doet zijn moeder verdriet.   Oneerlijk verkregen schatten leveren niets op,maar rechtvaardigheid redt van de dood.+   Jehovah laat de rechtvaardige* geen honger lijden,+maar hij weigert slechte mensen wat ze verlangen.   Luie handen brengen armoede,+maar ijverige handen maken rijk.+   De verstandige zoon haalt in de zomer de oogst binnen,maar de schaamteloze zoon slaapt diep tijdens de oogst.+   Zegen rust op het hoofd van de rechtvaardige,+maar de mond van wie slecht is verhult geweld.   De herinnering aan* de rechtvaardige leidt tot zegen,+maar de naam van wie slecht is zal wegrotten.+   Wie wijs van hart is neemt raad* aan,+maar wie domme dingen zegt komt ten val.+   Wie oprecht* wandelt, wandelt veilig,+maar wie zijn wegen verdraait, wordt betrapt.+ 10  Wie sluw knipoogt veroorzaakt pijn+en wie domme dingen zegt komt ten val.+ 11  De mond van de rechtvaardige is een bron van leven,+maar de mond van een slecht mens verhult geweld.+ 12  Haat ontketent ruziesmaar liefde bedekt alle overtredingen.+ 13  De verstandige heeft wijsheid op zijn lippen,+maar de verstandeloze* krijgt de stok* op zijn rug.+ 14  Wie wijs is verzamelt kennis als een schat,+maar de mond van de dwaas vraagt om ellende.+ 15  De rijkdom* van een rijke is zijn vesting. De armoede van de arme is zijn ondergang.+ 16  De activiteit van de rechtvaardige leidt tot leven,maar de opbrengst van de slechte leidt tot zonde.+ 17  Wie naar correctie* luistert is een weg naar het leven,*maar wie terechtwijzing negeert brengt anderen op een dwaalspoor. 18  Wie zijn haat verbergt spreekt leugens+en wie laster* verspreidt is dwaas. 19  Bij een overvloed van woorden is een fout niet te vermijden,+maar wie zijn lippen in bedwang houdt is verstandig.+ 20  De tong van de rechtvaardige is als het beste zilver,+maar het hart van een slecht mens is van weinig waarde. 21  De lippen van de rechtvaardige voeden* velen,+maar de dwazen sterven door gebrek aan verstand.+ 22  Het is de zegen van Jehovah die je rijk maakt+en hij voegt er geen verdriet* aan toe. 23  Voor de dwaas is schaamteloos gedrag een spel,maar wijsheid is voor de man met inzicht.+ 24  Wat een slecht mens vreest, zal hem overkomen. Wat de rechtvaardige verlangt, zal hij krijgen.+ 25  Als de storm voorbij is, is de goddeloze verdwenen,+maar de rechtvaardige is als een eeuwig fundament.+ 26  Als azijn voor de tanden en als rook voor de ogen,zo is een luiaard voor wie hem eropuit stuurt.* 27  Ontzag voor Jehovah verlengt het leven,+maar de jaren van slechte mensen worden verkort.+ 28  De verwachting* van de rechtvaardigen leidt tot vreugde,+maar de hoop van de goddelozen zal vergaan.+ 29  De weg van Jehovah is een vesting voor de onberispelijke+maar betekent de ondergang voor boosdoeners.+ 30  De rechtvaardige zal nooit ten val worden gebracht,+maar slechte mensen zullen de aarde niet meer bewonen.+ 31  De mond van de rechtvaardige spreekt* wijsheid,maar de bedrieglijke tong zal worden afgesneden. 32  De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is,maar de mond van de goddeloze is vol bedrog.

Voetnoten

Of ‘de ziel van de rechtvaardige’.
Of ‘reputatie van’.
Lett.: ‘geboden’.
Of ‘rechtschapen’.
Lett.: ‘degene met gebrek aan hart’.
Of ‘roede’.
Of ‘het waardevolle’.
Of mogelijk ‘is op de weg naar het leven’.
Of ‘geruchten’.
Of ‘geven leiding aan’.
Of ‘smart’, ‘ellende’.
Of ‘voor zijn baas’.
Of ‘hoop’.
Of ‘draagt de vrucht van’.