Naar wie zou ik moeten gaan?

Naar wie zou ik moeten gaan?
Tekstversie weergeven Tekstversie verbergen

Downloaden:

  1. 1. Als ik dreig te verdwalen,

    hoor ik duid’lijk zijn stem.

    Hij toont me de weg

    en ik luister naar hem.

    Met Jezus als Herder

    hoef ik nooit bang te zijn.

    Hij houdt steeds de wacht

    en hij zorgt goed voor mij.

    (VOORREFREIN)

    Waarom zou ik aandacht geven

    aan hen die het hardste schreeuwen?

    Hun roep is geen aandacht waard,

    want ik heb mijn keus gemaakt.

    (REFREIN)

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    Wie anders weet wat in mij omgaat?

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    De mening van and’ren

    kan mij niet verand’ren.

    Dus hier aan Jezus’ kant blijf ik staan.

  2. 2. ‘k Voel me bij hem geborgen,

    door zijn liefde beschermd.

    Als deel van Gods volk

    ben ik heel dicht bij hem.

    Ik dank u, Jehovah,

    voor uw offer, zo groot:

    Uw Zoon werd mijn Redder,

    aan u trouw tot de dood.

    (VOORREFREIN)

    Ik zal geen aandacht geven

    aan hen die het hardste schreeuwen.

    Hun roep is geen aandacht waard,

    want ik heb mijn keus gemaakt.

    (REFREIN)

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    Wie anders weet wat in mij omgaat?

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    De mening van and’ren

    kan mij niet verand’ren.

    Dus hier aan Jezus’ kant blijf ik staan.

    (REFREIN)

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    Wie anders weet wat in mij omgaat?

    Naar wie zou ik moeten gaan?

    De mening van and’ren

    kan mij niet verand’ren.

    Dus hier aan Jezus’ kant blijf ik staan.

    Waarheen zou ik moeten gaan?

    Hier wil ik voor altijd blijven staan!